vrijdag 18 december 2015

Kerst

Meiden van de lokale middelbare school aan de deur. "We komen spullen of eten ophalen voor de Voedselbank." Ik vraag of ik dat had moeten of kunnen weten. Zodat ik wat in huis had kunnen halen. Het heeft in de krant gestaan, zo hoor ik. Aha. 

Er worden handen gewreven en ze kijken naar elkaar. Dan krijg ik een A4'tje onder mijn neus dat helemaal vol staat. Mijn communicatiehoofd denkt: dat gaat geen mens natuurlijk helemaal staan lezen daar bij die deur. Maar ondertussen smelt mijn gemankeerde moederhart. Daar staan de volwassenen van morgen, nog te klein voor het laken, maar te groot voor het servet. Het liefst geef ik ze een knuffel. Maar dat is vast omdat het december is. En oude gedachten zich dan weleens ongevraagd aan mij opdringen.

Ik ga snorren, roep ik. En kom terug met een paar pakken Dingen. En wens ze mooie dagen. Maar daarmee is het blijkbaar nog niet klaar. "U krijgt nog een kerstkaart!" Handen verdwijnen in een tas. En daar komt een roze kaartje tevoorschijn, waar voor de frivoligheid een hoekje uit is geknipt. Op de voorkant is een foam kerstmutsje geplakt. "Zelf gemaakt?", vraag ik. Ja maar het moest heel snel, anders hadden ze er wel wat meer van gemaakt. "Geeft niet, het gaat om de gedachte", hoor ik mezelf zeggen. O help, iets stichtelijks, denk ik. Maar ik heb het gezegd. De dames knikken instemmend: "Vinden wij ook." Het zijn er drie. En ineens vind ik dat een ontroerend beeld. Drie schoolkoninginnen aan mijn deur. En ik mag voor heel even de herberg van de kerstgedachte zijn.

zondag 25 oktober 2015

Nestel


Zo vanaf half oktober begint het. Er worden kaarsjes het huis in gehamsterd. De behoefte aan leeg en ruim maakt éven - gedeeltelijk dan hè, er zijn grenzen - plaats voor lampjehier- en kaarsjedaardrang.

Neus in najaarstaartenrecepten.
Oren naar warmehartenmuziek.
Hart richting nestelgedoe.

Het moment waarop de herfst, Sinterklaas en Kerst even samenvallen. Daarvóór zit het hoofd nog vol vallend blad. Vlak daarna komen de serieuzere speculaasgedachten. En onmiddellijk dáárna zijn die alweer hartstikke geweest en is de weg geplaveid met dennennaalden.

Maar nu heerst even die gewijde, die gekoesterde drie-eenheid. En met die zon die nu op mijn bureau schijnt erbij zeg ik: niks meer aan doen.

vrijdag 23 oktober 2015

Muiten

Mijn computer dreigt vol te raken. De om en nabij 160 GB die zich in twee keurige cohorten hebben verdeeld beginnen voorzichtig te muiten. Voed ons, voed ons! Maar dan ben ik dat ding een halve of een hele dag kwijt en dat kan nu even niet.

Ik moet denken aan een vorig leven. Toen computers nog monochroom waren. Zo veel MB groot en dat was bijna zorgwekkend astronomisch, daar kon je een half leven mee vooruit. En ze waren heel erg DOS. In een zwarte ruimte doemden letters op als je ergens op een knop drukte. Het was indrukwekkend dat je alleen maar hoefde te backspacen om tikfouten weg te halen. Dat was nog eens wat anders dan al die ingrepen die je daar voorheen voor moest plegen. Al verzonnen ze in de analoge wereld ook nog weleens een nieuwe wilde oplossing om al je stommiteiten zo niks-aan-de-hand mogelijk weg te werken, je bleef altijd zien dat je had zitten hannesen in een document. En dat had toch iets sneus.

Hoe het geheel er op het scherm uitzag was één ding. Wat daarna uit de printer rolde was van een geheel andere orde. Regels die op plekken stonden waar ze niet hadden te wezen. Woorden die van je papier af vielen. En dan was het een kwestie van virtueel jongleren: als ik nou hier wat weghaal en daar twee letters opschuif, dan valt dat plaatje nét rechtsbovenaan. Hoopte je, hoopte je. De bestanden sloeg je gewoon op tussen de programmabestanden. Het was één oranje vergaarbak van duizeldocumenten met buitenissige extensies en gooide je per ongeluk niet die ene brief maar iets vitaals weg, dan moest je op jacht naar je floppy's.

Maar ja, dat kon ik toen ook nog gewoon zelf. Mijn eerste eigen computer kon ik prima toedokteren als er wat mis ging. Ik leerde met commando's achter de dos-prompt te werken. Gooide zelf dingen weg. Schoonde zelf op. Tot alles het weer deed.

Nu staan de harde schijven vol magische tekens die via moeilijke bochten allemaal met elkaar te maken hebben. Ik durf niet meer klakkeloos mappen te verplaatsen. En weggooien doe ik pas als ik 84 uur lang, levend op water en brood, continu heb gecheckt of er geen aardverschuivingen optreden als ik het doe. Om mezelf daarna nog eens 24 uur streng te ondervragen of ik het heel, heel, heel, heel, heel zeker weet. En dan nóg moet ik er eerst een nachtje over slapen. En een weekje op retraite.

En nu die schijven zachtjes beginnen te mokken onder mijn bureau moet ik dus met kastje en al naar de computerdokter. En dat vind ik eigenlijk erg. Zij muiten, ik muiten. Want wie heeft hier verzonnen dat ik er niet meer zelf mee uit de voeten kan? Wat zullen we nu beleven zeg!

Op zo'n moment wil ik even mijn floppy's terug. Zelf deltree'en. En zelf xcopy'en.

Eigenlijk, ja eigenlijk verlang ik gewoon opnieuw even naar Jackie K.


maandag 12 oktober 2015

Mooi

Aan dit lied moest ik van de week denken.
Toen de herfstzon haar armen uitstrekte over mijn bureau.
De wind de was die aan de lijn hing opstuwde.
En de geur van het aanschuifelende najaar mij 's morgens wekte.

Want is ook dat niet om te janken zo mooi?

woensdag 7 oktober 2015

Pastei

Deze aria kwam ik toevallig vanmorgen tegen op YT. Het is soms als de woordenboeken waar ik vroeger veel met mijn neus in zat als ik zat te vertalen. Ik zocht één woord, vond daar een ander lemma dat ineens ook best leuk klonk en voor ik het wist zat ik 273 pagina's (ja, ik las heel erg dikke woordenboeken, ze staan als dierbare relikwieën in mijn kast) verder bij een heel andere tak van sport.

De aria komt uit Vivaldi's opera Bajazet, of eigenlijk is het een 'pasticcio'. Ja, dat betekent ook iets als 'pastei' en dat is niet toevallig, want een pasticcio is een opera die is samengesteld uit stukken uit bestaande opera's. Ook een soort pasteitje dus, maar dan als voedsel voor de oren. Deze muziek komt uit de opera La Merope van Geminiano Giacomelli. Het verhaal gaat dat Vivaldi in deze pasticcio zelf de aria's van de goeieriken voor zijn rekening nam en die van de slechteriken - en blijkbaar is hier een slechterik aan de zang - uit ander werk haalde. Wie de aria ooit voorbij heeft horen komen heeft daar tien tegen een de wereldberoemde mezzo Cecilia Bartoli gehoord. De cd waarop haar uitvoering staat brengt me ruim tien jaar terug, toen ik even gezanglest heb en deze cd altijd als belangrijk huiswerk bij me had. Als ik na een les of twee over één stuk de handen in de lucht gooide, uitroepend dat ik het wel nóóit zou leren, zei mijn zangjuf steevast: "Ja maar jij wilt altijd meteen een cd kunnen maken!"

Waar een muziekzoektochtje in een virtueel notenboek al niet toe kan leiden. In deze uitvoering gaan klassiek en jazz samen. Come to think of it: twee totaal verschillende werelden die elk hun eigen karakter behouden, maar elkaar aanvullen en aanvuren. In harmonie. Het kan. Mooi toch?

vrijdag 11 september 2015

Drama

Zo'n week. 

Groot drama kwam groot over het scherm. Maar dan ook echt groot. Met heel veel mensen die er heel veel van vonden. Van genuanceerde fijngedachten tot grofstoffelijk verbaal geweld. Alles kwam langs. En dat was soms net zo beangstigend als de aanblik van het grote leed zelf. 

En dan was er dat andere drama. In omvang zo veel kleiner, maar toch vol van betekenis. Ook daar vonden mensen wat van. Maar het waren er minder. En, de meningen van een paar zelfverklaarde vrienden daargelaten, wat ze vonden kwam in ieder geval voort uit kennis van zaken. 

Niet grotesk. Niet door roeien en ruiten. Niet gestut door spandoeken. 

Onbegrip, woede en verdriet, gedragen door de liefde voor die ene mens.

(En het fotootje heb ik weggehaald omdat er tegenwoordig zo gejaagd wordt op mogelijke auteursrechtschendingen.) 

woensdag 2 september 2015

Zinnober



Wanneer het gaat septemberen
dan wil ik najaarsdingen.
Oktoberen. Novemberen.
In steranijs en gember en
kaneel de herfst bezingen.

Ik houd van dat oktobere.
In geuren. Kleuren. Smaken.
Het wonderstille sobere,
vermengd met het zinnobere
dat woorden laat ontwaken. 

maandag 31 augustus 2015

Loslaten

Daar kwam de hemel naar beneden. De hele dag hing er al iets in de lucht. Een waarschuwing dat op enig moment in één klap de valluiken open zouden gaan.

En dat deden ze. Het regende alsof het firmament jaren gedwongen was zijn adem in te houden en nu besloten had daar een einde aan te maken. Alsof alle samengebalde drift, angst en innerlijke verscheurdheid ineens een uitweg zochten. Juist toen Damiaan Denys in Zomergasten vertelde over het belang van jezelf loslaten. Een boodschap die ik, met één oor gespitst om onverwachte geluiden op te kunnen vangen, trachtte op me in te laten werken. Jezelf loslaten. Als je, verstrikt in allerlei conventies en zelfgedefinieerde correctheid, dingen niet doet. Omdat je vindt dat het niet kan. Dat het niet hoort. Dat het niet mag. Of gewoon omdat je niet durft. Terwijl er een breedgedragen gedachte is dat je pas kunt creëren als je wegstapt van de gebaande paden. 'Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg'.

Jezelf loslaten als bevrijding. Maar tegelijkertijd is daar ook de angst dat onbekend, ver en verlangd gewóón wordt áls je jezelf loslaat. Als je je overgeeft. Tegelijkertijd is daar de angst dat dan de magie verdwijnt. Wat is beter? Het niet weten en stil genieten van de gedachte aan de droom achter de horizon? Of de sprong wagen, met de onbetaalbare kans dat het mooier is dan je hoopte?

Daaraan dacht ik toen de wolken zichzelf loslieten. Misschien was het een boodschap.

maandag 24 augustus 2015

Keper

Had de zon nou nog uitbundig geschenen, dan was het gevoel misschien anders. Maar het wolkt en voorspellingen gaan over regen en onweer. En als het dan eind augustus is en een nieuw academisch jaar dient zich aan, dan valt in mijn hoofd vast het eerste blaadje. En dan niet vanwege de veranderende wind.

Oud & Nieuw. Het zal een relikwie uit mijn studietijd zijn dat ik de grens tussen augustus en september misschien wel méér als een jaarwisseling beschouw dan wat de kalender en de commercie me voorschotelen. Op 1 januari gebeuren er echt geen andere dingen dan op 31 december, het weer is hetzelfde en iedereen moet, los van een vrij dagje links of rechts, gewoon werken. Maar in september maakt de lethargie van de zomer plaats voor nieuwe energie (bij elkaar gesprokkeld in een ver heet land of op een dichtbije camping), doemen plannen op om alles op de keper te beschouwen en gaat er altijd wel ergens een bezem door. Klein grut meldt zich voor het eerst aan de poorten van het lerende leven, groot grut bereidt zich voor op de sprong daarná, grootgrut terroriseert moeders door strategisch piet en pepernoot zó in de winkelpaden te verwerken dat tegen de tijd dat de goedheiligman echt aanmeert het gros van het kroost door een kinderpsycholoog behandeld moet worden. En op kantoor is zo'n beetje elke 'hé vakantieganger' weer achter zijn bureau geschoven. Rust wordt weer regelmaat.

De zomer hier ter plaatse bracht veel  Oud. Namen, gebeurtenissen, herinneringen. Zigzaggend tussen heel lang en nog niet zo lang geleden. Soms in gekoesterde nostalgie, soms de innerlijke drang aanwakkerend om dit leven vooral voorwaarts te leven. En nu staat ook Nieuw voor de deur, omdat dat nu eenmaal ieder jaar zo is. Ik zeg: tijd om keper te poetsen.

zondag 16 augustus 2015

Play me

Schreef ik een jaar geleden nog over pieddepouleherinneringen en Parijs in augustus, vandaag rolden er oudere augustusgedachten mijn geheugen binnen.

Ik was een schaap en op Neil Diamond. Zijn live-lp Hot August Night draaide ik grijs, paars, groen en oranje. En blauw. Ik kende ieder geluidje en elk kuchje, alle losse woordjes, het gelach van het publiek (want hij was geestig ook natuurlijk hè, Neil), de dingen die livemuziek nu eenmaal toevoegt aan het gladgestreken werk uit de Top 40. Alles wat hij zei was pure poëzie. En van een diepe wijsheid. Want Neil. Dan ga je daar niet aan twijfelen.

De hoes was er eentje van het soort waar hoezenontwerpers nu misschien íétsjes langer over zouden nadenken. Maar ja, het was Hot. En August. En ook nog eens Night. En de grote winst was in ieder geval dat hij er niet op stond in zo'n glitterende franjebloes waar hij op andere foto's wel erg gelukkig in scheen te wezen. Een kleinigheidje houd je toch. Maar ja. Neil. Dan ga je niet mekkeren over iets futiels als smaak.

Dit nummer. Die zon, dat was ik zelf natuurlijk. Want Neil. En dan ga je je niet afvragen of het wel voor jou geschreven is.


vrijdag 7 augustus 2015

Nimmer greut

Dit.
Waar kan ik tekenen?



“Ik wil nooit groot worden,” zei Tommy beslist.
"Ik ook niet,” stemde Anneke in.
“Nee, dat is beslist niet iets om naar te verlangen, grote mensen hebben nooit iets leuks. Zij hebben alleen maar een heleboel vervelend werk en gekke kleren en likdoorns en inkomenbelasting,…” zei Pippi.
“En ze spelen ook nooit,” zei Anneke.
“Bah, dat je groot moet worden!”
“Wie heeft gezegd, dat je dat moet?” vroeg Pippi.

donderdag 6 augustus 2015

Zomer (2)


Speelt het leven zich overdag aan de voorkant van huizen af, met verkeer en andere bewegingen, nu zit alles aan de achterkant. Een lome stilte - het is half tien 's avonds en ik zit nog wat te werken, binnen - spreidt zich traag uit over de breedte van de straat.

Niet dat snijdende van herfstwinden. Niet die ijle adem van de winter. Het is logge zomerlucht die het leven vult.

Zomer.
Prachtige, heerlijke zomer.
Het leven langzamer.
De harten sneller.

maandag 3 augustus 2015

Zomergasten (2)

Ik doe het eigenlijk best vaak. Ik sta er meestal niet bij stil. Formeel: zit (en ja, dat doe ik wel stil). Want ik doe het als ik zit. En gisterenavond deed ik het ook. Toen ik Zomergasten zat te kijken. 

Ineens drong het beeld zich aan me op van iemand die zijn hele vakantie op video vastlegt. En alles als in een Droste-plaatje beleeft. Mensen die dat doen gaan later die beelden nog eens zitten bekijken. En zien dan wat ze wel gezien, maar niet gezien hebben. 

Het is wel van een geheel andere orde, maar terwijl ik naar Zomergasten keek, keek ik op mijn telefoon naar wat andere kijkers zagen. Door op Twitter de hashtag #zg15 te volgen. Dus zo keek ik aan de hand van mijn eigen gedachten én die van anderen naar één programma. 

Zit ik me meteen af te vragen of dat niet eens een nieuw fenomeen kan worden: een tweetavondje. Als opvolger van de vaak gevreesde dia-avond. Kees kijkend naar de kameel. Kees naast de kameel. Kees scheef op de kameel. Kees recht op de kameel. Kees met een gezicht van 'en-stinken-joh-zo'n-kameel' op de kameel. 
'Kom je een avond de tweets van Zomergasten bij me kijken?' Thematische borrelhapjes (hier dan van alles in rijstpapier, omdat het over schrijven ging). En iets waar je erg dronken van kunt worden (want dat staat zo leuk Boekenbal). 

De mogelijkheden zijn eindeloos. Want zo veel programma's en formats. Je ging tenslotte ook niet altijd naar hetzelfde vakantieadres. Kees zonder kameel. Dat had je immers ook. 

maandag 20 juli 2015

Excusez La Mo!

De subtitel van dit blog was lang 'in en over de breedste zin van het woord'. En ja, daar gaat het hier ook over. De dingen die ik onderweg tegenkom in woorden vangen. Van links naar rechts. Op zijn kop. Of binnenstebuitelend.

Maar nu zat er al een tijdje iets anders te dringen in mijn hoofd. Omdat het zomer is. Omdat ik zo van de Franse taal houd. Omdat ... ja weet ik veel waarom? Daarom. Omdat ik 'm gewoon leuk vond.

Dus sinds vandaag is het Excusez La Mo! geblazen. Dat u het vast weet.


zondag 19 juli 2015

G&T

Er zijn trends die ik mis. Of nou ja trends, het kan ook gaan om dat ene tentje waar je Geweest Moet Zijn. Dat bandje dat je Moet Kennen (test het op mij en ik zak). Of die keukenfrutsel die je Moet Hebben Wil Je Mogen Zeggen Dat Je Koken Leuk Vindt.


maandag 8 juni 2015

SamenLoop voor Hoop Bommelerwaard

Wat was het bijzonder, de SamenLoop voor Hoop Bommelerwaard​.

Ik vond het al het magisch te zien hoe al die mensen, aangestuurd vanuit de kern van de organisatie (wat een voorbereiding!), hun eigen plek binnen het geheel vonden. De bouwers, de standhouders, de techneuten, de verbinders, de entertainers, de verslagleggers en verslaggevers. In de aanloop naar het evenement bewogen ze zich als mieren over het terrein. Allemaal met een eigen route, allemaal met een eigen richting. En toen was daar op zaterdagmiddag het startsein. Het begin van een indrukwekkend Etmaal Plus. 85 teams die 24 uur lang een route wandelden rond Kasteel Ammersoyen. Aangemoedigd door bezoekers. Ondersteund door hun teamleden in de eigen marktkraampjes en die van andere teams. Opgepept door optredens en presentator Henry Wessels. En vastgelegd in beelden en woorden.

Toen de avond viel ontvouwde zich langzaam het licht van de 5.000 kaarsen in de kaarsenzakken langs de route. Er ontstond een nieuwe werkelijkheid. Met meer tijd voor verstilling. En voor hoofd en hart. Waar de dag me doorgaans vooruitdrijft in werkzaken, gaf deze wakkere nacht me als het ware een vrijbrief om alles alle ruimte te geven. Midden in de nacht, het zal zo rond twee, drie uur geweest zijn, liep ik in mijn eentje over het terrein. De jas van de duisternis geeft ervaringen een andere dimensie. Alsof, naarmate ogen hun werk minder goed kunnen doen, zintuigen beter gaan samenwerken. Het kasteel, feeëriek aangelicht, gaf daar extra betekenis aan.

Er gebeurde veel. Aan de buitenkant en aan de binnenkant. Ik denk ineens aan de drone die prachtige beelden van het geheel maakte. Waar deze inmiddels weer aan de grond staat moeten mijn gedachten nog een beetje landen.

maandag 1 juni 2015

Waren. Zijn. Zullen blijven.


Werkwoordstijden in het hoofd deze weken. Want nu komt-ie echt dichterbij:
de SamenLoop voor Hoop Bommelerwaard.

Zo'n loop staat in het teken van de strijd tegen kanker. Er wordt geld ingezameld. Er is veel informatie. En er wordt herdacht. En dat alles tijdens een 24 uur durend evenement dat zeer bijzondere momenten kent.

Ik heb zo mijn scepsis als het om dat ingezamelde geld gaat, ik stipte het in een vorig blog even heel kort aan. Maar er zijn verheugende resultaten én, en daar denk ik deze week veel aan, kanker is altijd dichtbij. Dierbare mensen die eraan overleden. Die de strijd wonnen, al dan niet balancerend tussen vertrouwen en de onzekerheid dat bij een volgende screening toch iets gevonden wordt. Die het monster nog dagelijks in de bek kijken. Of die helemaal aan het begin staan van iets wat ze niet kunnen overzien.

Ik denk aan mijn moeder. Een vriendin. Nog een vriendin. Zussen (en andere dierbaren) van vriendinnen. Een hartenlapje.
Altijd. Maar vooral nu, in deze tijd.

Waren. Zijn. En laten we voor hen die er nog zijn (en stiekem ook een beetje voor onszelf) vooral innig hopen: zullen blijven.

zondag 17 mei 2015

Moeder (4)

Vorige week schreef Halina Reijn een column in De Morgen over ongewilde kinderloosheid. Dat wist ik helemaal niet, want ik lees De Morgen niet, maar ik kwam het artikel tegen doordat ene Caroline Konijn daar weer iets over zei in de Volkskrant. En dát artikel zag ik langskomen op Twitter.

Ik las dus eerst het Volkskrant-artikel. Gewapend met de nodige scepsis, omdat ze 'ervaringsdeskundige en coach' werd genoemd en dat zijn doorgaans niet de predicaten waar je mij mee aan het lezen krijgt. De term voor de vrouwen waar het artikel over ging wierp zo mogelijk een nog hogere drempel op: OK. Vrouwen die ongewild geen kinderen hebben gekregen zijn OK-vrouwen. Mocht je al een sherryverslaving overwegen is er geen beter moment, lijkt me.

zondag 10 mei 2015

Moeder (3)

Ik moet ineens denken aan koppelwerkwoorden. Zijn. Worden. Blijven. Blijken. Lijken. Schijnen. Heten. Dunken. Vóórkomen. Zo leerde ik het rijtje op de lagere school en ik ken het nog altijd uit mijn hoofd. Koppelwerkwoorden horen bij een naamwoordelijk gezegde. Zij koppelen het onderwerp van een zin aan het naamwoordelijk deel van dat naamwoordelijk gezegde.

En het naamwoordelijk deel dat mij aan koppelwerkwoorden doet denken bevindt zich vandaag in ontbijtbedden. In tuinen. In weekendjesweg-oorden. In bezoekjesaan- en bezoekjesvancombinaties (al dan niet verstrikt in allerlei gedoe dat daarmee nogal eens gepaard gaat) (níét-bezoekjes, die zijn nog een tandje linker. Als iemand zegt: "Je hoeft van mij he-le-maal niet te komen, echt niet!" is het zaak héél goed te checken of dat waar is). Aan appjes en telefoontjes. En Zo. (Tuurlijk niet allemaal. Er zijn er ook die zitten te stofzuigen. Aan heggenscharen hangen. Kinderrommel opruimen. Of met hoofdpijn op de bank liggen. Of werken! Die zijn er ook. Tuurlijk.)

Moeder.

Een deel van de bijbehorende werkwoorden is, al dan niet bestrooid met een flinke schep zout of uitgesproken door dierb'ren na een schielijk weggewerkt glas lauwe witte wijn in een veel te hete zon, weleens op mij van toepassing. Maar het andere deel gewoon echt niet. Wat je er ook tegenaan zet.

Dat is goed. Want het ging zoals het ging. En dus is het zoals het is. In die enorme zee waarin verder zo veel zegeningen te tellen zijn dat mijn armen er niet omheen passen. Dat is geen pose, geen larmoyante tegeltjeswijsheid, maar een stevige overtuiging. Aan de muur van de eigen verantwoordelijkheid en zelfbeschikking waar ik zo verschrikkelijk aan hecht. Het leven speelt zich voorwaarts af. Niet achteruit. En niet in als-dan-scenario's. Boek dicht. Al waait het af en toe toch open. Ook dat is een gegeven dat een eigen bestaansrecht heeft.

Tot de maan en terug. Dat idee. Vanmorgen. Héél even. Vijf seconden. Toen was het weer weg. En dat is goed.


vrijdag 8 mei 2015

Snoet

Geen dramaverhalen met een hoop zakdoeken. Vooral niet. Ik was er ook nooit zo van. Als ik verdriet heb of ontroerd raak, dan ga ik liever ergens in mijn eentje in een hoekje zitten. Ik kan niet zo goed overweg met collectief gesnotter. Breed gedragen leed beleef ik liever niet vanuit het centrum. Zet mij maar achter een haagje. Ik moet er altijd eerst over nadenken.

Maar ook merk ik: het komt dichterbij. Waar ik voorheen altijd het idee had dat ik pas in de gaten zou hebben dat er wat met me aan de hand was als ik inmiddels dood en begraven was, vind ik dat nu minder vanzelfsprekend. Nee dat zeg ik niet goed. Zo bekijk ik het nog steeds. Zijn er Nader Te Bestuderen Zaken, dan moet eerst maar eens duidelijk worden wat het dan is voordat ik denk: hm, misschien toch niet zo leuk. Máár: het is wel anders. Want er gebeuren dingen. Er gaan te veel mensen dood. Er worden te veel mensen (heel erg) ziek. Er is te veel onrust. Het komt dichterbij. Verdriet. Onzekerheid. Pijn. En ja, ook de dood.

Maar goed, nu ga ik dus iets doen wat eigenlijk heel erg buiten mijn comfort zone ligt. Meedoen aan iets collectiefs. Omdat het belangrijk is. En omdat - en daar werd ik recent weer mee geconfronteerd - cijfers over ziekte en dood werkelijk positief veranderen door onderzoek. Ik schrok er bijna van. Want voor in mijn hoofd lagen - liggen soms ook nog wel - vooral de verhalen over prettige salarissen en gelden die niet besteed worden aan de dingen waarvoor ze gegeven zijn. 

Wat ga ik dan doen? De SamenLoop voor Hoop. De wat? Ja, zoek dat maar even op. Stiekem doodeng, want ja, dus Met Zijn Allen. Maar ik weet ook dat het evenement - los van het geld dat het oplevert - betekenisvol is. Dat het hoop geeft. En pleisters plakt op zere harten. 

Zomaar een potje meedoen, dat wou ik dan weer niet. Dus nu heb ik mezelf getooid met wat tekstschrijfzaken. Dan heb ik tenminste, nu al, maar dus ook straks als het zover is, wat te doen. Nu nog kijken of er een haagje is waar ik dan achter kan zitten.



(Hierboven zie je overigens Snoet. De 'mascotte' van deze SamenLoop. En Snoet is, net als zijn familieleden - hij maakt deel uit van een heelergverschrikkelijkveelling - te koop. Ik roep het maar even ...)





dinsdag 5 mei 2015

4 en 5 mei



Gisteren dwarrelden er woorden door mijn hoofd. Want deze dagen zijn en blijven bijzonder. En dus ...


Hoe verder terug in het verleden
Hoe meer het nu voelt. Dichterbij...
Verzet gepleegd, gesteund, gestreden
Gewenst, gehoopt, verlangd, gebeden
En eindelijk na vijf jaar vrij.

Misschien is het de tijd in mij
Ervaar ik meer: verworvenheden
gaan niet vanzelf. Nee, omdat zij
hun leven gaven leven wij
in deze duur bevochten vrede. 




vrijdag 24 april 2015

Onzelfstandig naamwoorden

Ik zie het steeds vaker. Of wat zeg ik, waarschijnlijk valt het me gewoon vaker op. Huis. Landschap. Uitzicht. Samenwerking. Ik noem maar even een paar woorden. Waar lees je nog: 'Het huis is ... (wat het huis dan is) ...', 'Het landschap doet denken aan ...' (want dat heb je nogal eens met landschappen), 'De samenwerking zorgt voor ...'.

Daar zit een tekstschrijver aan zijn muis te knagen. Ja, het staat er allemaal wel, maar er moet ... ja ... er moet iets bíj. Het is te kaal, te beperkt, te ... eh ... te weinig. Ja te weinig, dat is het. En daar gaat het laatje bijvoeglijk naamwoorden open. Knutsellijm in bange dagen. En wordt het huis (buitengewoon) zonnig, (zeer) statig of (bijzonder) ruim. Het landschap weergaloos of uitgestrekt. En de samenwerking intensief of fantastisch (of allebei). Ik weet dat, want ik heb ook zo'n laatje. En, tuurlijk, er zijn zinnen waar die bijvoeglijk naamwoorden daadwerkelijk iets aan die zelfstandig naamwoorden toevoegen (misschien ga ik ze in die gevallen toevoeglijk naamwoorden noemen). Maar ik zie ook draken langskomen waarvan ik denk: wie heeft daarvoor getekend?

Van de week hoorde ik in een radiocommercial een meneer juichend vertellen over een nieuwe yoghurt met tropische mango (niet te verwarren met Friese of Zweedse mango), frisse kiwi (ze hebben gelukkig niet eerst drie (lange) maanden op de (vrolijke) fruitschaal gelegen) en zachte banaan (dus er zitten niet van die keiharde groene krengen in waarmee je een gemiddelde kluis makkelijk open tikt). Heb je één yoghurt met maar liefst fruitsoorten erin en moeten er nóg bijvoeglijk naamwoorden aan te pas komen om het verhaal een beetje eetbaar te maken. Waarschijnlijk - ik heb er even niet op gelet - wordt die yoghurt er nog zijdezacht van ook.

Kun je me nog meer vertellen, maar ik vind dat dus behoorlijk onzelfstandig naamwoorden.

dinsdag 7 april 2015

Lente

Toen ik net Frans op school had vond ik het een heel erg geestig woord: 'lente'. Singulier, féminin. Niks ontluikende natuur, aaibare lammetjes en vlinders in je buik. Nee, 'langzaam'.

Een paar jaar of zo later zag ik op een platenhoes (of weet ik veel waar ik het zag) 'valse lente'. Chopin, Delibes, zoiets zal het wel geweest zijn. Je ziet zo'n seizoen aan komen sneaken. Om dan in het geniep toe te slaan. Je kijkt éven niet en bám.

Ondertussen bloesemt het hier buiten.
Maar ook binnen.
En dansen vlinders een langzame wals.

maandag 30 maart 2015

Kuiken

Het is kuikentjestijd. Ook al is het niet van dat kuikentjesweer.

[Leuk woord trouwens, kuiken. Alsof er een meervoud in verschanst zit.] 

Met Pasen wordt er heel wat afgekuikt. De beestjes fungeren als peper-en-zoutstel, zitten zich te vervelen in lelijke bloemstukken, moeten opdraven op servetten en worden geacht het leuk te hebben met hazen.

Gelukkig, gelukkig, gelukkig zijn er ook andere kuikens. In de Matthäus bijvoorbeeld. Lijkt me voor voor hen heel geruststellend.

(Ik ga natuurlijk wel vierkant voor de bijl als ik dit zie ...)

dinsdag 24 maart 2015

Johannes Passion

Matthäus-volgelingen (ik heb het over de Passion, niet over de voetballende natie). Je hebt ze in soorten en maten. Liefhebbers die Bach ademen. Maar ook gelegenheidsfans.

De keren dat ik last heb van 'orthodoxe' kuren vind ik het onbegrijpelijk dat er uitvoeringen zijn waarbij de menigte zich halverwege naar een tapperij begeeft om daar riant te gaan staan borrelen, om daarna weer met een devoot hoofd aan te horen hoe het richting het onvermijdelijke vonnis gaat. Houd me ten goede, ik ben zeer goed te parkeren op een plek waar het gezelschap leuk is en de wijn goed, ook in pauzes, maar hier begrijp ik er niets van. Bach bouwt, met of zonder religieuze gedachten, een prachtige spanningsboog op die, ook als je het verhaal niet volgt, tastbaar is in de muziek. Aan het eind van het eerste deel is Jezus verraden, de sopraan en de alt laten hun stemmen samensmelten in een meeslepende aria over verdriet om de arrestatie, er wordt en passant nog een oor afgehakt en het koor betreurt de zonden van de mens. En daar weeft Bach een ingenieus web van muziek omheen en onderdoor. De Matthäus is juist mede om die combinatie van alle factoren zo populair. En hedendaagselingen vinden daarom The Passion geweldig. Het lijdensverhaal in de jas van nu. Uiteenwaaierend in actuele 'aria´s' over verraad, oorlog en geweld. En over natieoverstijgend dan wel persoonlijk verdriet. Terwijl ergens in de stad een groot verlicht kruis door honderden mensen vooruit wordt gedragen.

Enfin. 

Dat verhaal werd eeuwen geleden niet alleen door Matthäus - ik houd hier even zijn Duitse naam aan - opgetekend, maar bijvoorbeeld ook door Johannes. En ook daar liet Bach zijn muzikale en mathematische genie op los. En ook dat is prachtig. Neem deze aria. Hier gedragen door de fluwelen handen van Philippe Herreweghe. En gezongen door bariton Sebastian Noack die ik verder eigenlijk helemaal niet zit te kennen, maar die dat wel heel mooi doet.

zondag 22 maart 2015

Stille Omgang

Wat heerlijk als de ochtend nog helemaal van jou is. Als de wereld om je heen alleen maar héél zachtjes fluistert. En alle geluiden die er toch zijn weten: we doen het niet hardop.

Ik moest aan die stilte denken toen ik las over de Stille Omgang in Amsterdam. Die wordt jaarlijks gehouden. Mijn vader en mijn oudste broer liepen vroeger vaak mee. Van oorsprong was het een processie die werd gehouden vanwege een wonder dat in de veertiende eeuw in de Kalverstraat zou zijn gebeurd. De Reformatie maakte aan de traditie een eind, tot ruim een eeuw geleden een paar bedevaartgangers verzonnen dat als iedereen in stilte zou lopen het geen processie meer zou zijn. En zo werd de Stille Omgang geboren.

Zo'n 6.500 mensen deden er gisteren aan mee. Dat is veel. Het gaat natuurlijk allang niet meer om het wonder. Misschien voor veel van de deelnemers ook niet eens om geloof. Ik zie voor me dat zo'n stille wandeling beantwoordt aan een behoefte aan tijd voor iets eigens. Aan contemplatie. Aan ruimte om die overrompelende wereld even te laten voor wat hij is. Een wereld waarin zo veel níét zeker is - en waar steeds meer veilige huizen omvallen - dat een traditie een dankbare houvast biedt.

Volgend jaar ga ik mee.


vrijdag 27 februari 2015

Liefdesliedjes (4)

Omdat de zon zo mooi schijnt.
Omdat er lammetjes lopen in mijn hoofd.
Omdat het zo versgekakeld fris ruikt.
Omdat het onderweg is.
Daarom: 'Ma come amar'.

Het komt uit de opera Muzio Scevola (een co-productie van drie componisten, waaronder Händel). Het verhaal gaat dat deze Muzio Scevola, 'Gaius Mucius Scaevola' zeggen we dan officieel, een paar eeuwen voor Christus een heldendaad verrichtte door zich in het vijandelijke Etruskische kamp te begeven om aldaar de bijbehorende koning Porsenna om zeep te helpen, met als doel Rome te bevrijden. De heldendaad zat 'm niet direct in de moord zelf, want die pleegde hij uiteindelijk niet; hij legde, niet zo snugger, de verkeerde om. Maar toen hij voor de koning werd geleid liet hij deze zien dat hij niet bang was voor de dood door zijn rechterhand in het vuur te steken. Die daad leverde hem het epitheton 'Scaevola' op, de Linkshandige. Porsenna trok zich klappertandend terug, Gaius Mucius werd een held. Dappere jongens, die Romeinen.

Boeken lenen zich niet altijd een op een voor een film en dat wisten ze al in de achttiende eeuw. Dus werd er een heel verhaal van getakkebost met ingrediënten die het dan altijd goed doen: verraad, trouw, een heleboel als-ik-nou-doe-of-ik-die-en-die-ben-verkleed-jij-je-als-dat-en-dat's en als pièce de résistance natuurlijk altijd de liefde. En zo kom ik op deze aria. Een duet van Muzio Scevola en zijn geliefde Clelia. Het was vast lente toen ze het zongen.

zondag 1 februari 2015

Hoge waters, stille gronden

Afgelopen vrijdag mocht ik een workshop LinkedIn geven aan een groep werkzoekenden. Het was de derde bijeenkomst, les, cursusmiddag, dinges.

Ik vind dat wel leuk, voor de klas staan (ik stond trouwens helemaal nergens vóór, ik zat gewoon tussen iedereen in), juffen heeft wel iets. Een paar jaar geleden organiseerde ik een workshop voor verpleegkundigen en nóg wat langer geleden ...

maandag 26 januari 2015

Kommt ihr Töchter

Van 21 januari tot en met 1 februari vindt het International Film Festival Rotterdam plaats, neusje van de zalm voor liefhebbers van onafhankelijke, eigenzinnige films. Dit jaar gaan (/gingen) tijdens het festival onder de naam IFFR LIVE vijf films in première die tegelijkertijd in 34 filmtheaters in heel Europa worden vertoond. Ook online kan er meegekeken worden. En via de hashtag #livecinema gaan kijkers aller landen met elkaar in gesprek.

dinsdag 13 januari 2015

Monique

En ja, er is weer een lijstje. Populairste meisjes- en jongensnamen van het afgelopen jaar.

Er is het afgelopen jaar maar één baby Monique genoemd. Dat lijkt mij een goede zaak. Een potje allemaal hetzelfde heten, ik moet er niet aan denken. Niet dat ik niet hele bataljons Moniquen ken. Toen ik geboren werd (de twee opa's en oma's waren inmiddels 'uitverkocht' en dan kom je al snel in de vrije sector) was de naam erg in opkomst. 700 meisjes werden ermee getooid en de jaren daarna werden dat er alleen maar meer. Dus ja, dan zit je er makkelijk mee in de klas (middelbare school niet, trouwens, bedenk ik me nu) of heb je er een op je werk. En dat brengt je dan weer bij de bijnamologie. Want 'Monique' roepen heeft dan niet zo veel zin. Omdat ze allemaal reageren bij het vermoeden van iets leuks, en denken 'het zal die andere wel zijn' in het tegenovergestelde geval.

Eén Monique vorig jaar. Benieuwd of ze haar op enig moment ook Gerard gaan noemen.
 

donderdag 8 januari 2015

Un jour, un jour

Sinds gisteren zingt een lied door mijn hoofd. In 1971 kwam de lp 'Ferrat chante Aragon' uit. Mijn broer kocht hem en ik luisterde mee. Niet gehinderd door enige kennis van het Frans vond ik de muziek gewoon mooi. En ja, de liefde voor de taal, die ongetwijfeld al sluimerde, werd wellicht toen voorzichtig wakker gekust.

Jean Ferrat werd hier bij het grote publiek waarschijnlijk het meest bekend door zijn 'La Montagne' (1964), dat door Friso Wiegersma, de partner van Wim Sonneveld, heel mooi vertaald werd in 'Het Dorp'. Ferrat schreef veel van zijn liedjes zelf, maar zong ook teksten van anderen. Vooral van schrijver en dichter Louis Aragon. Hun namen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ook al vanwege hun geëngageerdheid.  

Naarmate ik de taal beter begon te begrijpen vielen de teksten meer en meer op hun plek. En sinds gisteren zingt het 'Un jour, un jour' in mijn hoofd. Een aanklacht tegen de Spaanse Burgeroorlog. En een hommage aan Federico García Lorca die tijdens die oorlog werd gedood door aanhangers van Franco. 

Ondanks alle verschrikkingen van de oorlog spreekt het refrein over hoop. Want er komt een dag ... een dag met een gouden gloed. Waarop mensen elkaar beminnen. En een vogel zingt op de allerhoogste tak.

Ik hoop het. Ik hoop het. 

donderdag 1 januari 2015

Blik (2)


Ik ben er niet altijd even goed in van kribjes te scheiden - what's in an expression - en ook een jaar afsluiten is afscheid nemen. Alsof, zoiets zal het wel zijn, ik me daarmee losmaak van wat het aan leuks heeft gebracht (wat natuurlijk flauwekul is). Maar ik heb aan de andere kant wel altijd heel erg zin in Nieuw. Want om de hoek wachten ervaringen die ik nog niet ken.

Het was een bijzonder jaar, 2014. Blikken.