zondag 17 mei 2015

Moeder (4)

Vorige week schreef Halina Reijn een column in De Morgen over ongewilde kinderloosheid. Dat wist ik helemaal niet, want ik lees De Morgen niet, maar ik kwam het artikel tegen doordat ene Caroline Konijn daar weer iets over zei in de Volkskrant. En dát artikel zag ik langskomen op Twitter.

Ik las dus eerst het Volkskrant-artikel. Gewapend met de nodige scepsis, omdat ze 'ervaringsdeskundige en coach' werd genoemd en dat zijn doorgaans niet de predicaten waar je mij mee aan het lezen krijgt. De term voor de vrouwen waar het artikel over ging wierp zo mogelijk een nog hogere drempel op: OK. Vrouwen die ongewild geen kinderen hebben gekregen zijn OK-vrouwen. Mocht je al een sherryverslaving overwegen is er geen beter moment, lijkt me.

zondag 10 mei 2015

Moeder (3)

Ik moet ineens denken aan koppelwerkwoorden. Zijn. Worden. Blijven. Blijken. Lijken. Schijnen. Heten. Dunken. Vóórkomen. Zo leerde ik het rijtje op de lagere school en ik ken het nog altijd uit mijn hoofd. Koppelwerkwoorden horen bij een naamwoordelijk gezegde. Zij koppelen het onderwerp van een zin aan het naamwoordelijk deel van dat naamwoordelijk gezegde.

En het naamwoordelijk deel dat mij aan koppelwerkwoorden doet denken bevindt zich vandaag in ontbijtbedden. In tuinen. In weekendjesweg-oorden. In bezoekjesaan- en bezoekjesvancombinaties (al dan niet verstrikt in allerlei gedoe dat daarmee nogal eens gepaard gaat) (níét-bezoekjes, die zijn nog een tandje linker. Als iemand zegt: "Je hoeft van mij he-le-maal niet te komen, echt niet!" is het zaak héél goed te checken of dat waar is). Aan appjes en telefoontjes. En Zo. (Tuurlijk niet allemaal. Er zijn er ook die zitten te stofzuigen. Aan heggenscharen hangen. Kinderrommel opruimen. Of met hoofdpijn op de bank liggen. Of werken! Die zijn er ook. Tuurlijk.)

Moeder.

Een deel van de bijbehorende werkwoorden is, al dan niet bestrooid met een flinke schep zout of uitgesproken door dierb'ren na een schielijk weggewerkt glas lauwe witte wijn in een veel te hete zon, weleens op mij van toepassing. Maar het andere deel gewoon echt niet. Wat je er ook tegenaan zet.

Dat is goed. Want het ging zoals het ging. En dus is het zoals het is. In die enorme zee waarin verder zo veel zegeningen te tellen zijn dat mijn armen er niet omheen passen. Dat is geen pose, geen larmoyante tegeltjeswijsheid, maar een stevige overtuiging. Aan de muur van de eigen verantwoordelijkheid en zelfbeschikking waar ik zo verschrikkelijk aan hecht. Het leven speelt zich voorwaarts af. Niet achteruit. En niet in als-dan-scenario's. Boek dicht. Al waait het af en toe toch open. Ook dat is een gegeven dat een eigen bestaansrecht heeft.

Tot de maan en terug. Dat idee. Vanmorgen. Héél even. Vijf seconden. Toen was het weer weg. En dat is goed.


vrijdag 8 mei 2015

Snoet

Geen dramaverhalen met een hoop zakdoeken. Vooral niet. Ik was er ook nooit zo van. Als ik verdriet heb of ontroerd raak, dan ga ik liever ergens in mijn eentje in een hoekje zitten. Ik kan niet zo goed overweg met collectief gesnotter. Breed gedragen leed beleef ik liever niet vanuit het centrum. Zet mij maar achter een haagje. Ik moet er altijd eerst over nadenken.

Maar ook merk ik: het komt dichterbij. Waar ik voorheen altijd het idee had dat ik pas in de gaten zou hebben dat er wat met me aan de hand was als ik inmiddels dood en begraven was, vind ik dat nu minder vanzelfsprekend. Nee dat zeg ik niet goed. Zo bekijk ik het nog steeds. Zijn er Nader Te Bestuderen Zaken, dan moet eerst maar eens duidelijk worden wat het dan is voordat ik denk: hm, misschien toch niet zo leuk. Máár: het is wel anders. Want er gebeuren dingen. Er gaan te veel mensen dood. Er worden te veel mensen (heel erg) ziek. Er is te veel onrust. Het komt dichterbij. Verdriet. Onzekerheid. Pijn. En ja, ook de dood.

Maar goed, nu ga ik dus iets doen wat eigenlijk heel erg buiten mijn comfort zone ligt. Meedoen aan iets collectiefs. Omdat het belangrijk is. En omdat - en daar werd ik recent weer mee geconfronteerd - cijfers over ziekte en dood werkelijk positief veranderen door onderzoek. Ik schrok er bijna van. Want voor in mijn hoofd lagen - liggen soms ook nog wel - vooral de verhalen over prettige salarissen en gelden die niet besteed worden aan de dingen waarvoor ze gegeven zijn. 

Wat ga ik dan doen? De SamenLoop voor Hoop. De wat? Ja, zoek dat maar even op. Stiekem doodeng, want ja, dus Met Zijn Allen. Maar ik weet ook dat het evenement - los van het geld dat het oplevert - betekenisvol is. Dat het hoop geeft. En pleisters plakt op zere harten. 

Zomaar een potje meedoen, dat wou ik dan weer niet. Dus nu heb ik mezelf getooid met wat tekstschrijfzaken. Dan heb ik tenminste, nu al, maar dus ook straks als het zover is, wat te doen. Nu nog kijken of er een haagje is waar ik dan achter kan zitten.



(Hierboven zie je overigens Snoet. De 'mascotte' van deze SamenLoop. En Snoet is, net als zijn familieleden - hij maakt deel uit van een heelergverschrikkelijkveelling - te koop. Ik roep het maar even ...)





dinsdag 5 mei 2015

4 en 5 mei



Gisteren dwarrelden er woorden door mijn hoofd. Want deze dagen zijn en blijven bijzonder. En dus ...


Hoe verder terug in het verleden
Hoe meer het nu voelt. Dichterbij...
Verzet gepleegd, gesteund, gestreden
Gewenst, gehoopt, verlangd, gebeden
En eindelijk na vijf jaar vrij.

Misschien is het de tijd in mij
Ervaar ik meer: verworvenheden
gaan niet vanzelf. Nee, omdat zij
hun leven gaven leven wij
in deze duur bevochten vrede.