dinsdag 29 april 2014

Netwerken

Wat is dat toch leuk, netwerken. Nieuwe contacten. Nieuwe invalshoeken. Nieuwe ideeën. Natuurlijk ook bestaande contacten, ik heb tijdens de netwerkbijeenkomst van vandaag ook weer bij staan praten met 'oude bekenden'.

En wat mocht dat in een prachtige omgeving. Slot Loevestein is echt een sprookje. Een sprookje dat zomaar in de Bommelerwaard (be)staat. Zet mij in een mooi kasteel (ja, er bestaan echt lelijke kastelen, van die protserige suikertaarten die pijn doen aan je ogen), en ik zie mij al schrijden. Loevestein  is zo'n mooi kasteel. Ik stond er in mijn hedendaagse tenue met enigszins kasteelfähige hakken (ik struikel doorgaans liever rond dan dat ik mij in iets comfortabels hijs - vanity, thy name is woman), maar eigenlijk liep ik er natuurlijk in een roodfluwelen lange jurk, met de haren weelderig wapperend (dat mijn haren zich daar in werkelijkheid steeds minder voor lenen doet niets af aan de gedachte). Prinses heb ik nooit willen worden (die horen bij suikertaarten), maar kasteelvrouwe, bij zo'n haard ter grootte van een half huis, wat wildgebraad en een roemer wijn, en een paar ridders op de uitkijkposten, ik kan ertegen.

Wie Loevestein nog nooit gezien heeft: ga erheen. Het landschap (het Munnikenland) is beeldschoon (het laatste stuk van de rit is al een cadeautje), het kasteel zelf is een plaatje en er wordt van alles georganiseerd. Er is een museum, je kunt er koninklijk overnachten (Suite & Breakfast) en, niet onbelangrijk, er werken gewoon leuke mensen. En op de heen- en terugweg, in die groene leegte, kun je zo héérlijk meezingen met je muzieken.

Zo'n overnachting moet ik er ook maar eens regelen, bedacht ik vandaag toen ik de kamers bekeek. Het leven is te kort en te leuk om alles maar een potje uit te stellen tot de 'dag die je wist dat misschien wel helemaal niet zal komen'.

Koninklijk netwerken. Heerlijk.

zaterdag 26 april 2014

Koningsdag

Diagonaal bekeken:
Meer vaders en moeders dan kinderen om spullen te verkopen.
Een klein jongetje in een oranje t-shirtje met het woord 'stoer' erop dat allesbehalve stoer kijkt, hij staat op het punt in huilen uit te barsten.
Een meneer die zegt: 'Die? O, maar die is antiek. Echt antiek', terwijl ik met mijn ogen dicht zie dat het rechtstreeks uit de Winkel van Sinkel komt (een terzijde: die heeft echt bestaan, het was (/begon als) een manufacturenzaak - mooi woord, trouwens).
De onvermijdelijke, helemaal niet lokale 'Hollandsche gebakkraam', zo'n maagzuurhok dat helemaal geen gebak verkoopt, althans, ik heb bij dat woord een heel ander beeld.
Kinderspelen waar altijd wel een ruzietje links of rechts wordt uitgevochten. Over wie eerst was. Over wie eigenlijk gewonnen had in plaats van de gekozen winnaar. Of over drama's van gelijke strekking.

Ondertussen verbaas ik me er ieder jaar over dat de stad die (of het dorp dat) de Koning en zijn gevolg op bezoek krijgt het elke keer weer voor elkaar krijgt om de meest uit-de-tijdte spelletjes uit de kast te trekken. Spelletjes die wij nog in het woordenboek moeten opzoeken (wc-pot gooien, ja het bestaat). En daar moet De Familie dan aan meedoen. De keren dat ik het op tv zie zit ik met plaatsvervangende schaamte achter de bank. Vind je het gek dat buitenlanders vaak denken dat wij hier nog echt op klompen lopen en de hele dag diepzinnig aan tulpen denken?
Dit jaar Amstelveen. Amstelveen! En dan koekhappen! Tjongejongejonge.

Het leukste wat ik dit jaar meemaakte was een mevrouw die, lopend langs een kledingzaak, met een onvervalst Jordanees accent zei: "Wet een llllleuke tesssssss!"

Koningsdag in Nederland. Landelijk gaat het volgend jaar he-le-maal anders worden, heb ik begrepen. Dat lijkt me voor alle hoogheden nu al een zegen. Gewoon iets doen wat bij deze tijd past. Iedereen laten defileren op Twitter bijvoorbeeld. Of op Facebook. Scheelt meteen ook een hele hoop 'kruienkoeken en krentenmikken'. En dat is dan weer heel fijn voor de rododenrons.

zondag 20 april 2014

Held

Met Kerstmis kreeg ik een uitnodiging voor een 'Come as your Hero'-feest. En dat werd gisteren, aan de vooravond van Pasen, gevierd. Genoeg tijd dus om na te denken over de Held.

Wat is dat, een Held? Wanneer is iemand een Held? Bestaan er persoonlijke Helden, of geldt het predicaat alleen als 'iedereen' de kwalificatie onderstreept? Maar ja, hoe meet je zoiets, er is geen keurmerk. En toch kennen we zeehelden, oorlogshelden, staatshelden ...

My Hero. Ik moest er even over nadenken. Nou, eigenlijk moest ik er helemaal niet over nadenken, want er schoot me meteen een Held te binnen. En tóén ging ik erover nadenken. Want ik heb natuurlijk meer helden. Mijn ouders. Die staan buiten alle twijfellijstjes. Zij zijn de bron van mijn bestaan, ik ben omdat zij waren. Eckart Wintzen. Om zijn wijze persoonlijke en ondernemerszorg om Moeder Aarde en zijn onvoorwaardelijke liefde en vriendschap. Klassiekemuziekhelden als Bryn Terfel en Cecilia Bartoli. En verder een aantal helden die ik hier niet noem omdat ze binnen de categorie Echt Persoonlijk vallen.

Als Eckart gaan: in mijn geval was het wat lastig om te zeggen 'laat je baard een paar weken staan'. Goed, kun je nog aan de slag met wat grijze pluisjes en een pot lijm. Dan nog een rond brilletje, een spijkerbroek en een Eckart-bloes en klaar. Ik deed het niet. Een operadiva? Had gekund. Een gigantische pruik, een dramatische jurk met dito decolleté (geen opera zonder decolleté) en een tache de beauté. Brava, brava! Ik deed het niet.

Ik kwam terug bij mijn eerste Held. Van wie ik de boeken verslond en die daarna op tv in niets leek op het meisje in mijn hoofd. Van wie ik zeldzame uitspraken en verhalen nog altijd kan dromen (het was prachtig vertaald). 'Politie vind ik het fijnste wat er is. En rabarber'. (Ik zeg het zelf nog steeds.) - 'Mijn oma had eens een hulp die Marie heette. Ze had wintervoeten, maar verder was ze uitstekend. (...) Oma had een roze blouse, waar ze erg op gesteld was. Maar het ergste was dat Marie er ook zo van hield. En iedere morgen kibbelden oma en Marie erom wie de blouse aan mocht. Ten slotte besloten ze dat ze de blouse ieder om beurt een dag zouden dragen. Maar stel je voor, zo vervelend Marie dan kon zijn. Opeens kwam ze binnen als het helemaal haar beurt niet was en dan zei ze: 'Ik maak vandaag geen appelmoes als ik die roze blouse niet aan mag!' - 'Grootvader heeft de langste neus van wereld. Hij heeft vijf papegaaien en die kunnen alle vijf naast elkaar op zijn neus zitten. (...) Ja, zei ze treurig, het is gelogen. Het is een akelige, afschuwelijke leugen. Want de vijfde papegaai, en ze barstte in bittere tranen uit, de vijfde papegaai kon er maar op één poot op staan.' - De chinees Hai Sjang uit Sjanghai die meer kinderen had dan hij kon tellen; de kleinste heette Peter (Ja maar, een Chineesje kan toch geen Peter heten? Dat zei zijn vrouw nu juist ook tegen hem. Een Chineesje kan toch geen Peter heten, zei ze. Maar Hai Sjang was zo verschrikkelijk eigenwijs dat hij zei dat het kind of Peter zou heten of helemaal niets. Daarna ging hij in zijn hoekje zitten mokken met zijn oren over zijn hoofd. Toen moest de stakker van een vrouw natuurlijk toegeven en het kind werd Peter genoemd.). Ik weet het nog allemaal en ik moet er nog steeds om lachen.

Pippilotta Victualia Rolgordyna Kruizemunta Efraïmsdochter Langkous (dochter van Efraïm Langkous, vroeger de schrik der zeeën, nu negerkoning). Eigenzinnig en wijs. Wie wil dat nu niet zijn? En blijven? In de woorden van Pippi:
'Lief klein pilletje peperneut,
Ik wil nimmer worden greut.'

Het paardtillen heb ik nog niet helemaal onder de knie,  maar daar wordt aan gewerkt.

zondag 13 april 2014

Matthäus

Hoe begin je aan een blog dat over het einde gaat?

Ieder jaar ga ik naar de Matthäus. Dat is bijna een fysieke noodzaak. Er liggen geen religieuze gedachten aan ten grondslag, maar ik moet in de aanloop naar Pasen dit lijdensverhaal hebben gehoord en gezien.

Mijn omgeving is in dat kader grofweg verdeeld in drie groepen. De grootste groep denkt zo rond deze tijd dat de gekkekoeienziekte zeer lokaal heeft toegeslagen en smeedt achter de schermen plannen om mij te laten ophokken.  Dan is er een groep die me met argusogen bekijkt, maar met het telefoonnummer van een goede psycholoog binnen handbereik De Hobby Tolereert. En tot slot zijn er een paar mensen die zonder woorden laten weten: ik ook.

Matthäus-liefhebbers zijn er in soorten en maten. Er zijn mensen die de muziek gewoon mooi vinden, of alles nu in de juiste volgorde langskomt of door elkaar heen. Of die het alleen houden bij het 'Erbarme dich', de aria die zo'n beetje iedereen wel kent. Toen ik er voor het eerst heen ging vond ik het mooi, maar ook erg lang. Bij elkaar zit je toch zo'n drie uur te zitten. Heel veel Matthäusen verder heeft de muziek zich in mijn leven genesteld. Van het begin tot het eind loop ik mee in dat verhaal dat onomkeerbaar is. Dat in alle toonaarden toewerkt naar het onvermijdelijke. Omlijst en gedragen door die verpletterende muziek. Iedere volgende stap draagt iets van de vorige in zich. En ik kan, zo mooi als ik alle afzonderlijke stukken vind, ze eigenlijk niet los van elkaar horen. (Nu ben ik ook weer niet zo orthodox dat ik dat nooit doe, zeg ik er meteen maar even bij.)

Wat ik er ook zo mooi aan vind: het is een verhaal van alle tijden. Liefde, verraad, macht en machtsmisbruik, afscheid, dood, schuld, alles zit erin. Kijk een paar keer naar het journaal en je komt het allemaal tegen.

Er zit voor mij veel zakdoekenwerk in de Matthäus. En al duiken er ieder jaar nieuwe liefdes in op, er zijn er twee die ik al jaren koester. Als Jezus aan het kruis gestorven is blijft het even plechtig stil en dan zet het koor heel zacht 'Wenn ich einmal soll scheiden' (so scheide nicht von mir, de tekst alleen al - je hoort eerst even de evangelist, die de laatste uren beschrijft) in. Hier schuif ik al voorzichtig onderuit, maar het grote wegdragen zit bijna aan het einde, als het lijden plaatsmaakt voor berusting en overgave.

Gisteren heb ik weer van een prachtige uitvoering mogen genieten en terwijl ik dit tik luister ik naar de geweldige Philippe Herreweghe, 'live' in het Concertgebouw. Matthäus. En dan te bedenken dat als je op die naam googelt je eerst een 'voormalig Duits voetballer' geserveerd krijgt. Bach zou gillend uit het raam springen.





zaterdag 5 april 2014

vrijdag 4 april 2014

De schrijfster

Dick Bruna - De schrijfster












Of ik echt schrijfster wilde worden toen ik klein was, ik weet het niet.
Wat ik me herinner van de bekende lijstjes ...
* prinses
* stewardess
* kapster
* Pippi Langkous

Wel ben ik ooit heel ambitieus aan een boek begonnen. In een multomap. Ik denk een blaadje of twee, drie. Ik was misschien negen of tien. Het boek kwam er niet. Maar ik heb wel altijd, altijd geschreven. Stapels, stapels, stapels.

Dit oude bibliotheekboekje van Dick Bruna kreeg ik een paar jaar geleden. Omdat ik toch een beetje schrijfster ben geworden. Ook al 'lig' ik dan wel niet bij Scheltema.

Nou ja, en er is natuurlijk ook een écht boek.

(Als ik dit Bruna-boekje had geschreven had ik * speaks humbly * de laatste zin zo gedraaid dat hij wél rijmde.) (Nou wie weet ga ik nog eens zoiets doen. Ooit.)

donderdag 3 april 2014

Heintje Davids

Het is een beetje afscheidtijd.

De Matthäus die nu veel langskomt, een verhaal van lijden en sterven. Eckart die in maart en april altijd even in mijn hoofd komt buurten; maart is de maand waarin hij overleed, april is zijn verjaardagsmaand. En vanmiddag ga ik met het vaste zooitje oud-collega's uit de Eckart-tijd afscheid nemen van een andere oud-collega die vorige week vrijdagavond overleed.

En al is de gedachte rondom afscheid vaak droevig, er valt ook bijna altijd veel te vieren. Gedeelde herinneringen. Vriendschap. Dingen. En soms is het ronduit lachen geblazen. Want ik zit hier bureauzaken in mapjes te stoppen en kom het boekje tegen dat ik bij mijn heintjedavidsafscheid van Bernhoven - ze ging, maar ze ging niet - van mijn communicatiecollega's kreeg. Ze hadden allemaal een pagina over mij geschreven. Over mijn gewoontes. Woorden, uitdrukkingen en typetjes. Met tussendoor hilarische maar ook zakdoekencomplimenten.

Voor op het boekje de foto van dat mij zo dierbare ziekenhuis. Mét het door mij getekende mevrouwtje dat ze van mijn zakelijke website hadden geplukt.

Zoals de prachtige Maarten van Roozendaal - van wie de wereld helaas ook afscheid heeft moeten nemen - zei: om te janken zo mooi. Een jonge lente waard.


woensdag 2 april 2014

Van die dagen (3)

Dat je bij de garage zit voor de bandenwissel en een onderhoudsbeurt.
Dat je van tevoren hoort dat dat twee uur gaat duren.
Dat je werk meeneemt om Je Tijd Nuttig Te Besteden.
Dat er een meneer aanschuift die ook twee uur moet wachten.
Dat je vervolgens samen twee uur zit te praten over leven, werk, interesse in mensen, en alles wat verder voorbij komt, tot en met sauvignon blanc (in het gesprek dan, hè).
Dat de auto's op hetzelfde moment klaar zijn.
Dat je afscheid neemt alsof je elkaar kent.
Dat je nog een tijdje achter elkaar aanrijdt en zwaait waar de wegen uit elkaar gaan.