zondag 21 december 2014

Blik

Einde van het jaar. Aan het begin overzie je het nog niet. Dan is het nog Een Heel Jaar. Maar na de zomer zetten de dagen het ineens op een hollen. En voor je het weet staat er ergens een rendier verdekt opgesteld in een tuin. Nou, dat zeg ik nou wel zo leuk, maar als het zover is staan die beesten zelden verdekt opgesteld. Nee, ze staan je in complete lichtstraten toe te schijnen. Meestal in de nek gehijgd door een arrenslee.

dinsdag 9 december 2014

Moeder (2)

Vandaag is het in alle onvoorstelbaarheid tien jaar geleden dat mijn moeder overleed. De dag voor haar dood had mijn broer haar slaapkamer in de kerstlampjes gezet. Als om het sluipende naderende einde niet de kans te geven al het licht weg te nemen.

Wat was ze moe. Ze had tot het einde toe haar strijd gevoerd. In de stilte die haar zo eigen was. En met de geruisloze kracht die haar hele leven omlijstte. Ik weet nog dat ik die dag ineens vond dat ze zelf een beetje licht gaf. Dat ze er bij het kaarslicht uitzag als een meisje. Het lijf was klaar met de strijd, maar haar hoofd was wakker en helder. Hoe bijzonder is het dat je soms weet wat je niet kunt weten. En dat het op zo'n moment vanzelfsprekend is. Ze overleed de volgende ochtend.

Tien jaar. Ik kan het me helemaal niet voorstellen. Ik heb er beelden van nu bij, niet van een andere tijd, niet van een andere constellatie. Maar dat is natuurlijk ook waar het over gaat. Verbondenheid. Dat heeft niets te maken met fysieke aanwezigheid. Ze is gewoon verhuisd naar een eeuwig huisje in mijn hart.

dinsdag 2 december 2014

Onvoltooid Tegenwoordige Tijd

Ineens is het koud. Dat doet voor mij altijd wat met de feestdagennotie. Met van dat laffe winterweer (formeel is het nog herfst) kan het altijd gewoon ieder moment in het jaar zijn. Dan kun je kerstbeesten in een etalage gooien en de straten volhangen met lelijke lampjes, het blijven willekeurige dagen. Maar komt er kou om de hoek kijken, zie ik in gedachten mannen die vanuit verre oorden besneeuwde files trotseren om naar huis te rijden voor de Kerst (zouden ze eens een liedje van moeten maken).

Met die feestdagengedachte in het achterhoofd reed ik gisterenmiddag (of vooral: stond ik stil) achter een tankwagen. Op de achterkant stond in grote letters OTT, een afkorting van de naam van het bedrijf. Maar een taalziel als ik las er meteen Onvoltooid Tegenwoordige Tijd in. Ik vond dat vroeger al een mooi begrip. Tegenwoordige tijd, duidelijk. Ik doe tegenover ik deed. Maar dat onvoltooide, dat vond ik er altijd bijzonder aan. Meer dan 'je bent het nog aan het doen' klonk erin door: het is nog onaf. Het is nog niet klaar. 

Daar stond ik in mijn eigen file. Niet onderweg naar huis voor de Kerst. Maar wel met het besef: wat zijn er nog veel dingen niet klaar. Soms zijn ze formeel zelfs (nog) niet eens begonnen (misschien een mooi moment om een Onvoltooid Toekomstige Tijd te introduceren, trouwens). Wat is er nog veel onvoltooid tegenwoordig. Waar ik naar mag kijken. Waar ik deel van uit mag maken. Waar ik, al dan niet aangelicht door een kerstlampje, blij mee mag zijn. Is dat niet een prachtig vooruitzicht? 

(Het fotootje heb ik weggehaald omdat er tegenwoordig zo gejaagd wordt op mogelijke auteursrechtschendingen.)