vrijdag 7 augustus 2015

Nimmer greut

Dit.
Waar kan ik tekenen?



“Ik wil nooit groot worden,” zei Tommy beslist.
"Ik ook niet,” stemde Anneke in.
“Nee, dat is beslist niet iets om naar te verlangen, grote mensen hebben nooit iets leuks. Zij hebben alleen maar een heleboel vervelend werk en gekke kleren en likdoorns en inkomenbelasting,…” zei Pippi.
“En ze spelen ook nooit,” zei Anneke.
“Bah, dat je groot moet worden!”
“Wie heeft gezegd, dat je dat moet?” vroeg Pippi.

“Als ik me wèl herinner moet ik ergens nog een paar pillen hebben liggen.”
“Wát voor pillen ?” wilde Tommy weten.
“Een paar hele goede pillen voor iemand die niet groot wil worden,” zei Pippi en sprong van tafel.
Ze zocht in kasten en laden, en na een poosje kwam zij terug met drie pillen, die precies op drie groene erwten leken.
“Erwten!” merkte Tommy misprijzend op.
“Ja, dat kun je denken,” zei Pippi. "Dit zijn geen erwten. Het zijn peperneutpillen.”
“Helpen zulke kleine pilletjes?” vroeg Anneke twijfelend. ”Helpen die nu echt?”
“Nou en of,” verzekerde Pippi.
“Maar je moet ze in het donker opeten, en dan moet je zeggen:

Lief klein pilletje peperneut,
ik wil nimmer worden greut.

Ze bliezen alle kaarsjes uit, en ze gingen stil bij elkaar op de grond zitten.
Ze grepen elkaars handen vast.
Pippi gaf Tommy en Anneke ieder een peperneutpil.
Zij voelden de rillingen langs hun rug gaan van de spanning.
Stel je voor, voor een ogenblik zou die merkwaardige pil in hun maag zitten, en dan zouden ze nooit, nooit groot hoeven worden.
Dat zou verrukkelijk zijn!
“Nu,” fluisterde Pippi.
Zij slikten hun pillen in en zeiden alle drie:

“Lief klein pilletje peperneut, 
Ik wil nimmer worden greut.“

Toen was het gebeurd.
Pippi stak de kaarsjes weer aan.
“Heerlijk,” zei ze.
“Nu hoeven we nooit meer groot te worden en likdoorns te krijgen en al die andere narigheid.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten