Daar kwam de hemel naar beneden. De hele dag hing er al iets in de lucht. Een waarschuwing dat op enig moment in één klap de valluiken open zouden gaan.
En dat deden ze. Het regende alsof het firmament jaren gedwongen was zijn adem in te houden en nu besloten had daar een einde aan te maken. Alsof alle samengebalde drift, angst en innerlijke verscheurdheid ineens een uitweg zochten. Juist toen Damiaan Denys in Zomergasten vertelde over het belang van jezelf loslaten. Een boodschap die ik, met één oor gespitst om onverwachte geluiden op te kunnen vangen, trachtte op me in te laten werken. Jezelf loslaten. Als je, verstrikt in allerlei conventies en zelfgedefinieerde correctheid, dingen niet doet. Omdat je vindt dat het niet kan. Dat het niet hoort. Dat het niet mag. Of gewoon omdat je niet durft. Terwijl er een breedgedragen gedachte is dat je pas kunt creëren als je wegstapt van de gebaande paden. 'Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg'.
Jezelf loslaten als bevrijding. Maar tegelijkertijd is daar ook de angst dat onbekend, ver en verlangd gewóón wordt áls je jezelf loslaat. Als je je overgeeft. Tegelijkertijd is daar de angst dat dan de magie verdwijnt. Wat is beter? Het niet weten en stil genieten van de gedachte aan de droom achter de horizon? Of de sprong wagen, met de onbetaalbare kans dat het mooier is dan je hoopte?
Daaraan dacht ik toen de wolken zichzelf loslieten. Misschien was het een boodschap.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten