zondag 31 augustus 2014

No me llames nena

Ooooooooo, wat leuk. Een vriendin van mij gaat weer Spaanse les geven. In Breda, waar ze woont.

Lang geleden studeerden we samen (Spaans en Frans) en daarna is zij op enig moment begonnen met een cursus Spaans voor beginners. Ik vond dat zo inspirerend dat ik dat halverwege de jaren negentig ook ben gaan doen. Twee 'klassen' had ik. En ik gaf les in de Poorterij in Zaltbommel. Zet zo'n groep volwassenen in een klas of in een bus en ze worden weer kinderen. Bij een uitstapje met de bus moet je vooral goed tellen of er evenveel mensen IN de bus stappen als eruit kwamen toen je ze losliet; geloof mij (vaak meegemaakt): er is er altijd minstens eentje kwijt en die vind je na intensief speurwerk in een kroeg of slapend op de wc. Bij het uitstapje dat 'Spaanse les' heette had de een zijn huiswerk niet gemaakt, zat de ander voortdurend te proberen de hele tent op stelten te krijgen (met succes!) en zat een derde categorisch bij de buurman af te kijken, denkend dat ik dat allemaal niet zou zien. Wat hadden we het leuk! En ondertussen werd er natuurlijk ook echt wel serieus gewerkt. Toen de groep een beetje op leuk op weg was begonnen we aan een heus boek: Lola Lago. En aan het eind van elk seizoen gingen we eten in een Spaans restaurant. Waar we altijd voldoende lesmateriaal op tafel hadden staan. Na zo'n tweeënhalf jaar vond ik het tijd worden voor wat anders, maar ik word door sommige oud-'leerlingen' nog altijd Juf genoemd. Met een enorme guiño natuurlijk.

Het wordt me nog weleens gevraagd: ga je nog een keer Spaans geven? En nu ik dit hoor gaat het ineens weer kriebelen. Zal ik weer ...? De onverschrokken Lola Lago (privédective) in mij wordt wakker. Ik herinner me ineens ook weer een van haar gevleugelde uitspraken: "No me llames nena". Don't call me baby ... Precies.

Koers

Zo, nog een dagje augustussen en dan gaat het nieuwe seizoen echt van start. Dat was natuurlijk allang begonnen, want in dit huis zijn zaken niet zo stringent afgebakend, maar laten we toch ergens een hekje zetten. Ik vind de start van een academisch jaar ook een echtere start dan die van een kalenderjaar, dat zit er nog steeds een beetje in. En wellicht speelt mee dat ik ergens op die grens jarig ben.

Een start moet met iets gepaard gaan. Een symbolisch lintje om door te knippen. Daarvoor heb ik in ieder geval vast twee uitdagingen klaargezet. Ja, jullie horen het goed, ze zegt 'uitdagingen'. Uitdagingen. Uit mijn mond! Tjongejongejonge, als er ergens een enorme betekenisslijtage op is losgelaten is het wel het woord uitdaging. Vacature? Uitdaging! Eigen bedrijf? Uitdaging! De honderd kilometer in tien minuten? Uitdaging! Geen idee waar het heen moet? Uitdaging!

Twee dus. Hier. Ga ik nu niets over vertellen, alles heeft zijn tijd. Maar er komen geen ijsemmers aan te pas, dat kan ik vast melden. [Terzijde - begon kort, is lang geworden: ook bij de ijsemmeruitdaging is trouwens sprake van betekenisslijtage. Er wordt naar hartenlust gegooid met water, maar weet iedereen nog wel waar het ook alweer over gaat? Aandacht voor die afschuwelijke ziekte die ALS heet. Precies. Maar wat je ziet is een keur van bekenderiken die zich graag in beeld nat laten gooien. Met in hun kielzog een hele hoop niet-bekenderiken die in hun filmpjes de naam van de ziekte niet eens altijd noemen. Er zitten vast nobele inborsten tussen, en natuurlijk hebben bekende mensen een voorbeeldfunctie, en natuurlijk is het fijn dat er de afgelopen tijd veel geld is opgehaald, maar ... enfin, misschien moet ik gewoon niet zeuren, maar ik hoop dat ALS blijvend op de kaart komt. Want anders dragen we al dat water gewoon naar de zee.]


Salmon, Fish, Run, Jump, Upstream
Ja, dat is trouwens ook iets: doen wat past, en dus niet doen wat niet past. Benoemen wat niet klopt als dat nodig is. Afstand op zijn tijd. Loslaten. Eigen koers. Ook als dat tegen de stroom in is. Is ondertussen ook goed voor de conditie.


Wat voor mooi muziekje kunnen we tegen dat veelbelovende nieuwe jaar aan gooien? Wacht, deze aria. Dienstmeisje Despina zingt in Così fan Tutte van Mozart over wat meisjes van vijftien (vijftien!) zoal moeten weten. Dat doet ze omdat ze voor elkaar wil fietsen dat de twee dames tegen wie ze zingt zich in de armen van twee 'Albaniërs' storten (en dat dan weer omdat daar een lucratieve weddenschap aan vast zit, ze zingt aan het einde dan ook, voor de goede verstaander die achter de deurtjes staat mee te luisteren: 'Lang leve Despina die heel goed weet hoe ze iemand moet bedienen'.). Gaat in dit geval natuurlijk over amoureuze zaken, maar de grote boodschap is dat meisjes heel veel moeten weten. Helemaal als ze allang geen vijftien meer zijn.

donderdag 28 augustus 2014

Leven





Soms zit ergens in mij een gedachte te trappelen. Op zoek naar woorden om eruit te kunnen. En soms dienen die woorden zich niet aan. Nog niet of helemaal niet. In het geval van 'nog niet' is het meestal geen kwestie van zoeken, maar van vinden, zo leert de ervaring. Ineens dient het haakje zich aan, ineens weet je wat de vorm is.

Neem vandaag. In mijn lijf werd druk geijsbeerd. En het ging over mijn verjaardag van gisteren. Niet bepaald een onderwerp waar de landelijke pers voor uitrukt. Ja, het was een leuke verjaardag, in die zin: ik kreeg berichten (sommige ervan zouden theoretisch het nieuws nog wel kunnen halen) - hier en daar met erg geestige filmpjes -, telefoontjes en cadeautjes en zelfs een telefonische aubade. Maar daaromheen en -tussendoor zat ik gewoon lekker te werken. En dat voelt iedere dag jarig. Dus nee, daar ging ik het niet vinden.
Heart, Herzchen, Love, Romance, Luck, Valentine'S Day
Maar nu zat ik vanmiddag met mijn neus in teksten voor een stichting waar ik graag voor (tekst)vrijwillig. Teksten over de dood. Prachtige persoonlijke overpeinzingen waar ik mijn rode pen langs mocht laten gaan. Zulk teer en eervol werk dat ik er bijna niet aan durfde te komen, ik las alles met een gepaste afstand en zette alleen af en toe een spatie of een komma recht.

En ineens kwam in een van de teksten Nimrod voorbij. Een stuk uit de Enigma Variaties van Edward Elgar. Prachtige muziek die zich, zo ervaar ik dat, tegelijkertijd ontvouwt en opkrult. Langzaam waaieren de noten uit, verder en verder, terwijl ze op hetzelfde moment ingetogen blijven en stil ontroeren.

En op dat moment, met de dood onder mijn handen terwijl ik in mijn hoofd probeerde een ding uit het leven woorden te geven, liet ik de gedachte vrij. Geen wereldverplaatsende filosofie. Geen tromroffelende openbaring. Eigenlijk iets heel eenvoudigs. Het besef van de schoonheid van dingen. Maar vooral: de wens om die schoonheid te blijven zien en koesteren. Aan deze kant van de streep. Want niets is vanzelfsprekend.


(Mooi hè, Daniel Barenboim. Oude uitvoering, 1997, maar nog altijd prachtig.)

vrijdag 22 augustus 2014

Parijs in augustus


Als ik zo tussendoor even YouTube moet ik vaak denken aan mijn woordenboeken. Woordenboeken? Ja, woordenboeken. Als ik tijdens mijn studie - maar het gebeurt ook nu nog wel - met de Petit Robert (de Franse Van Dale) in mijn handen zat om een woord op te zoeken kwam ik tien tegen één een woord tegen dat me óók heel leuk leek, en voor ik het wist was ik tegelspringend in een compleet andere wereld terechtgekomen. Een paar stappen verder verwijderd van mijn oorspronkelijke doel, een paar woorden dichter bij de gedroomde wijsheid.

Wat ik vanmorgen op YouTube zocht weet ik niet meer precies, maar mijn oog viel op Charles Aznavour en via dat filmpje kwam ik uit bij Paris au Mois D'août. Parijs in augustus. Ik denk aan een bezoek aan die stad. En zoals dat met herinneringen gaat: ze komen nooit uitsluitend als gedachten. Nooit alleen in beelden. Ik ruik weer wat ik rook, de eerste geuren van de herfst in de vroege ochtend. De ademrondjes in de lucht. Mijn neus is het allereerste herinneringszintuig. Ik hoor de ochtendgeluiden, de avondstappen naar en van de restaurants. En zie de kleding die ik toen droeg. Pied de poule. Zwart-witte tijdloosheid. Nog steeds een liefde. Onsterfelijk met Chanel (No. 5) en (Miss) Dior.

Parijs in augustus. Ja.
Ja.

vrijdag 15 augustus 2014

Soave

Dit komt net langs op de radio. Blijft prachtig.

Het is een aria uit Così fan Tutte (letterlijk 'Zo doen alle vrouwen'), een opera van Mozart. Twee mannen hebben verkering met twee vrouwen. Dat heb je weleens. En dat had je toen ook al. Maar nu komt het: een zekere Don Alfonso maakt deze mannen wijs dat de dames heel makkelijk zwichten voor de charmes van andere meneren als de gelegenheid zich voordoet. Want zo zijn ze, die mokkels.

Je snapt, daar willen de mannen niet aan: tuurlijk niet, niet onze honneponnetjes, die zijn dol op ons. En van een gezegende braafte. Een weddenschap volgt: de mannen worden zogenaamd plotseling naar het front geroepen, en varen, uitgezwaaid door de snotterende dames en meneer Alfonso, richting de barre gevaren. Daar gaat die aria over, maar daar kom ik zo op terug.

Maar die mannen gaan dus helemaal niet weg. Nee, die komen terug, maar dan verkleed als ... Albaniërs. Hoe voor de hand liggend wil je het hebben, je had het zelf kunnen bedenken. Albaniërs, logisch, logisch. Die herken je niet, Albaniërs. Ideaal. Ik zie dat dan helemaal voor me: met opplaksnorren en gekleed in wat Albaniërs zoal droegen in de tijd van Mozart verschijnen de mannen ten tonele. En die meiden - zussen, ook nog eens - maar niks in de gaten hebben. Tuurlijk niet. Nou doen de Albaniërs het wel zo slim dat ze elk de vriendin van de ander proberen te verleiden. Vind ik handig bedacht. Anders loop je toch het gevaar dat neusharen, moedervlek of oorlel herkend worden. En misschien uiteindelijk ook iets in de stem: heel gek, maar je klinkt net als mijn Gerard. Een ongeluk zit in een klein hoekje.

Heel lang willen ze er niet aan, de dames. De mannen blij: zie je wel, zie je wel. Maar uiteindelijk gaan ze toch voor de bijl. Nu is dit een opera in de categorie 'opera buffa'. Zeg maar 'theater van de lach' ('o, de bel gaat, verstop je in de kast' / 'ga onder het bed liggen' / 'doe even alsof je een kapstok bent' en dat dan een uur of twee lang), dus het loopt goed af. Of ja, wat heet goed? Met een opplaksnor de vriendin van je vriend toe zitten te zwoelen, want ja, 'wij kennen de vrouwtjes' ... Ik zou het gelijk uitmaken. Ja zeg, dahhag. Andersom ook, trouwens. Als zo'n tuthola niet in de gaten heeft dat je de lover van haar zus bent moet je je toch ook licht zorgen gaan maken over haar verstandelijke vermogens. En je zus wil er toch een keer kinderen mee. Denk ik dan, hè, denk ik dan. En die gaan het dan heel slecht doen op school en dan moet zij dat weer bijspijkeren (of jij, als tante, want je bent altijd zo leuk met kinderen en je weet, ze zijn dol op je, dus als jij nu alle middagen van één tot vier hier bijles komt geven ...). Voor je het weet liggen ze te nietsnutten op de bank met een bakje sjips. Ja, dat zijn zorgen, mensen.

Goed, terug naar die uitzwaaierij. De dames liggen in de zakdoeken van ellende, mijn liefde naar het front, o nee, o nee! Maar ze gaan. En dan laat Mozart de twee én complotmeneer Alfonso zingen: Soave sia il vento. Moge de wind zacht zijn. En dat doen ze wel heel erg mooi, hoor. En het is ook zo'n aria die je nog eens uit de la kunt halen als iemand een Belangrijk Iets Met Een Onzeker Einde tegemoet gaat.

donderdag 14 augustus 2014

Ontzamelen

De grootgruttende supermarkt - die steeds minder grut en steeds meer groot - is een Franse fase ingegaan. Dat betekent dat je op elke afdeling wordt toegeFranst met allerlei aanbiedingen. Want dat is het natuurlijk, de winkel doet het niet om jou een lol te doen, of nou ja, je moet wel in een leuke stemming komen (want met een chagrijnige kop rijd je misschien met een lege kar de tent weer uit), maar uiteindelijk moet je gewoon kopen. En ja, in een supermarkt is genoeg te Fransen. Kaas, brood, worstjes, wijn. Roept u maar.

En sinds de winkel zich eveneens tot een kleine Blokker heeft getransformeerd word je ook toegelonkt door allerlei gedoe waar die etenswaren vervolgens op of in kunnen. Dat zag ik vandaag toen ik monter met mijn karretje richting de kassa's ging. Kaasplanken lagen naar mij te zwaaien - nou stond er een tekst op en laat ik daar nou niet van zijn; zie voor je, een kaasplank waar 'fromage' op staat; waarschijnlijk voor het geval je het plan zou opvatten om er lekke fietsband op te leggen; of de hond. Mengkommen riepen mij toe. En bakvormen staken hun vinger op: kies mij, kies mij, kies mij! Ineens ontwaarde ik een paar briochevormpjes waarvan ik dacht: die zou ik weleens nodig kunnen hebben. En dat ene kleine beslagkommetje (oké, lelijke kleur) vond ik plotseling ook helemaal geen gek idee; ik heb er pas een stuk of vijf.

En toen schoot het door mijn hoofd: ONTzamelen, Monique. Je bent aan het ontzamelen. Ont. Als in: eraf. Niet erbij.

En zo reed ik uiteindelijk buitengewoon keurig om het rek heen. Mijzelf toesprekend: ga eerst maar weer eens gewoon madeleines maken, wat drommel. In die ene leuke bakvorm die je ooit hebt gekocht, weet je nog wel? Niet eens per ongeluk, maar hartstikke expres.

maandag 11 augustus 2014

Zomergasten

Gisterenavond een gedenkwaardige Zomergasten, met dirigent en componist Reinbert de Leeuw in de hoofdrol. De kijkers werden meegenomen langs veelal onbekende, vernieuwende muziekpaden. Bepaald geen avond om achterover te leunen en de oren op de spaarstand te zetten.

De Leeuw sloot de avond af met Bach. Het 'Erbarme Dich' uit de Matthäus Passion. 'Het hoogste dat de menselijke geest heeft voortgebracht in de geschiedenis'. En zo was er na al die muziek die zich niet zo snel liet vangen voor velen iets wat ze herkenden en konden omarmen.

De gekozen uitvoering was mooi, want Herreweghe en dan ben ik eigenlijk altijd blij. En de countertenor, Damien Guillon, was ook prachtig. Maar ik vind het zelf vaak toch het mooist als de altpartij door een vrouw wordt uitgevoerd, ook al is dat niet de traditie (vrouwen zongen destijds niet in de kerk). En dan bij voorkeur een vrouw met een stem die veel heeft gezien. Het Erbarme Dich gaat weliswaar over Petrus' tranen, omdat hij zich realiseert dat hij Jezus tot drie keer toe heeft verloochend, zoals was voorspeld, maar ik zie voor me dat daar ook alle moeders meehuilen. En smeken om vergeving. Gedragen door die hartverscheurende viool.

Ik dacht aan Nathalie Stutzmann. Dirigente en contra-alt (een heel lage alt, zeg maar). Ik heb haar een keer in het echt mogen meemaken en vond het heel bijzonder. Haar diepe stem, gecombineerd met sierlijke bewegingen en intense bewogenheid, terwijl ze tussendoor ook muzikaal in gesprek is met haar ensemble Orfeo 55. Zo moet een Erbarme Dich voor mij klinken.

Mij bood de aria de mogelijkheid om na een pittig college weer thuis te komen. En te landen. In het fluwelen bed van Bach.

Reinbert de Leeuw. Ook hij komt er op zijn lange reis door de muziek niet achter waarom nou juist het Erbarme Dich zo mooi is. "Je weet het niet en je weet ook dat niemand het ooit zal weten. Dát raadsel, dat is waar het eigenlijk om gaat. Het woord houdt op. En dan begint de muziek."

zondag 10 augustus 2014

Dubbelvioolconcert

Dat heb ik weleens. Dat ik op Facebook aan een paar regels begin die dan ineens een stukkie dreigen te worden. En dat ik dan onderweg denk: hoort dat niet meer thuis op mijn tussen-de-regels-door-blog (hier, dus)?

Zo was ik daar net, in verband met alle regen en ongezelligheid buiten - ik ben dit weer héél erg zat, al realiseer ik me dat de (over)last die we hier in Nederland hebben peanuts is in vergelijking met wat er op andere plekken gebeurt -, wat klassieke muziek aan het parkeren toen zich ineens een herinnering in het verhaal nestelde.

Ergens in de contreien van mijn studietijd kreeg ik van een vriendin een cd met vioolconcerten van Bach. Ik luisterde wel naar klassieke muziek, maar had nog geen clue van componisten, laat staan van de verschillende stromingen. Maar ik vond de muziek in één keer mooi en werd met name geraakt door het tweede deel uit dubbelvioolconcert BWV 1043. Muziek om even stil te staan.

Een paar jaar later zag ik in de bioscoop Children of a Lesser God. William Hurt (toen een soort katzwijmheld) als docent op een school voor doven en slechthorenden. Daar komt hij de doofstomme schoonmaakster Marlee Matlin tegen. Goed, liefde, gedoe, frustratie, uit elkaar, weer herenigd, lang en gelukkig, iedereen blij. In een van de scènes komt Matlin Hurts kamer binnen als hij aan het luisteren is naar dat bewuste stuk van Bach. En hij probeert uit te beelden wat hij hoort. Dus ja, Hurt (en dan ook nog zo leuk en begripvol en populair, weet je wel) én die muziek. Klaar. Punt. Uit. Katzwijmst.

William Hurt is inmiddels een zestiger. Ikzelf ben ook aan het gammelen en rammelen. Maar die muziek blijft. En staat nog steeds op dat ene lijstje dat ieder mens weleens hardop noemt. En dan vooral in de uitvoering van Herman Krebbers en Theo Olof. Omdat dat zo'n mooie eeuwigheidswaarde heeft (het tweede deel begint rond 4:25).


zaterdag 2 augustus 2014

Huilen

Er zijn van die periodes dat ik te veel leed lees. Heeft ongetwijfeld ook te maken met de vatbaarheid van het moment, de ene keer ben ik wat meer bestand dan de andere.

Deze dagen in het nieuws:
* In de buurt van de plek waar vlucht MH17 neerstortte zijn granaten ingeslagen.
* Gaza (en de voortdurende schendingen van welk bestand dan ook).
* Het antwoord van sommige Nederlanders op het geweld in Gaza (en de 16 miljoen deskundigen die we hier hebben).
* De grootste uitbraak van het ebola-virus tot nu toe lijkt niet te stoppen.
* Water, water, water. Hier, daar, overal.

En, niet zozeer in het nieuws, maar vaker praktijk dan me lief is: onhoffelijkheid. Als je niet opschiet, verkeerd kijkt, of, ook, als je iemand van een grote organisatie aan de lijn hebt: onbeleefdheid; als je in de supermarkt rondloopt of op straat: gebrek aan omgevingsbewustzijn.

Natuurlijk, alles heeft zijn eigen gewicht. En daar waar het die onhoffelijkheid betreft is het natuurlijk niet altijd en overal zo. Gelukkig.

Maar ik verlang even heel erg verschrikkelijk naar lekker stom komkommernieuws. Een kanarie van 76. Een kat die vloeiend Engels spreekt. 17 zonnesteken op één dag in één gemeente. Een gevonden boskind met een onbekende taal. En de opmars van het woordje 'poepoe' in de noordelijke streken van Nederland.

Gewone onbenulligheid. En iemand die 'dank je wel' zegt (of 'asjeblieft' of 'ik vind je leuk' of 'ga jij maar voor' of ...). Daar kan ik nou zó van opknappen.