vrijdag 28 februari 2014

Volver

Van de week hoorde ik dat Paco de Lucía is overleden. Ik moest denken aan de films van de Spaanse regisseur Carlos Saura die wij tijdens onze studietijd hebben gezien. Hij maakte veel dansfilms, met veel flamenco.

[Een - best lang - terzijde: 'flamenco' betekent ook Vlaams. Er schijnt een verband te zijn, met de in Gent geboren Karel V (Carlos Quinto) als linking pin. Een terzijde van dit terzijde: deze Karel was de zoon van de in Brugge geboren Filips de Schone en de 'Spaanse' Johanna van Castilië. Deze Johanna stond ook bekend als Johanna de Waanzinnige, Juana la Loca. Op een politiek huwelijk - Filips was een Habsburger - rust doorgaans niet de zegen van de liefde, maar het verhaal gaat dat beide aanstaande echtelieden, toen ze elkaar ontmoetten, meteen voor de bijl gingen. Om Redenen Die Geen Uitleg Behoeven werd het huwelijk dan ook dezelfde dag voltrokken. So far, so good. Maar ... Filips kon het lonken niet laten. En de instabiele Johanna was ziekelijk jaloers. Goed, dan komt er nog niet direct een busje voorrijden, maar ze begon zich wel steeds vreemder te gedragen. Zo liet ze van een rivaliserende hofdame het haar afknippen. Om zich daarna vloekend en tierend op Filips te storten. Op zo'n moment moet je je toch voorzichtig zorgen gaan maken. Toen haar Filips stierf liet ze, na haar aanvankelijke goedkeuring om hem te begraven in een kartuizer klooster, zijn lichaam opgraven en trok daarmee maandenlang over de hoogvlakte van Castilië. Omdat hij ooit had gezegd dat hij in Granada begraven wilde worden. Eindelijk was hij van haar. En als ze de kist liet openmaken om haar schone Filips te aanschouwen, mocht geen vrouw uit haar gevolg in haar buurt zijn.]

Terug naar Saura. Wij vonden zijn films best wel een soort van ingewikkeld. Maar er waren ook hilarische exemplaren. Neem Mamá cumple cien años (Moeder wordt 100). En films die wij konden volgen. Zoals Carmen. En in die film speelde Paco de Lucía gitaar. Je ziet hem hier alleen even in het begin, links vooraan, maar ik doe toch deze scène, want fenomenaal. Zie ook, aan het eind, hoe Carmen Don José verleidt én - zodra ze weet dat ze gewonnen heeft - verlaat.

En toen ik me even zat voor te stellen hoe dat was in die tijd, was ik in een flits van een seconde één met toen. De geuren van de straten, het leven dat wij leidden, en al die andere niet te benoemen dingen. Ik was, héél even, wie ik toen was. En daarna was ik weer nu, achter mijn bureau, in 2014. De wonderlijke lenigheid van het geheugen.

Volver. Terugkeren. (En ja, deze is niet van Saura, maar van Almodóvar.)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten