zondag 16 november 2014

Communicatie

Bij bedrijven en organisaties horen tekstschrijvers thuis op de communicatieafdeling. Want ze zijn de verbale vertalers van de boodschap.

Dat is allemaal erg leuk en het is ook een prachtig vak, communicatie, maar er kleeft een klein nadeeltje aan. Of nou ja, nadeeltje. Het heeft bijwerkingen. En een daarvan heeft ooit besloten hier erg bij te werken. Er kan geen bericht langskomen (denk brief, denk folder, denk telefoontje), of ik sla aan het ontleden. Wat wilt u van mij? En hoe wilt u dat van mij? Geldt overigens ook als ik zelf naar een bedrijf bel en dus zelf iets wil. Hoe word ik te woord gestaan? Hoe wordt gereageerd op mijn vraag?

Van de week een bijzonder staaltje. Ik ben op zoek naar iets. En bel een firma die dat Iets verkoopt. Maar ik heb extra specificaties. Want er zijn al een paar zaken geregeld en daar moet het bij passen. Ik vertel dat ik bellen handiger vind. Vanwege de bomen en het bos. En ook omdat ik niet altijd boven tafel krijg of het met A maar zonder B leverbaar is. Dus wel zo praktisch. En u bent tenslotte de specialist. Het blijft even stil. "Ik snap dat u moeite heeft om dit te vinden", zegt de meneer aan de andere kant van de lijn. Ik voel mij begrepen en zeg: "Precies, en daarom bel ik u." Maar ik begrijp zijn woorden verkeerd. Het is geen herhaling van mijn woorden (wat soms heel handig is: u zoekt dus, maar ...), nee, hij bedoelt eigenlijk: welke halve gare idioot haalt het in zijn (haar) hersens om zoiets ingewikkelds te zoeken? "Kijk," zegt hij, "u moet het zo zien: u heeft koplampen van een Mercedes gekocht, en nu wilt u daar bij mij een Audi bij kopen." 

Ik ben met stomheid geslagen. En denk aan de andere kant van de lijn een morsig type met een scheefgeknoopte das die het bovenste knoopje van het overhemd niet wil halen. Verkeerd haar. En hij rookt. Zo'n moegestreden man die geen zin heeft in vragen. Die last heeft van zijn opspelende jicht en van zijn hypotheek. En van zijn kinderen die er andere ideeën op nahouden dan hij. Neem dat vriendje van zijn dochter. Wordt niks. Maar ja, dat kun je zo'n kind zeggen, dat helpt toch niet. Zoals het jaaaaren geleden ook niet hielp toen zijn schoonouders precies hetzelfde dachten. En gelijk kregen. Alleen is hij gebleven. Omdat het zo'n gedoe was. Tja. Wat had hij niet allemaal kunnen bereiken als hij niet ... Was hij destijds maar met Ria meegegaan, dat kekke vrouwtje van de kantine. Zo veel plannen. Had hij maar ... dan zat hij nou niet aan de telefoon met dit soort klanten. 

Dat dacht ik toen nog helemaal niet, dat dacht ik pas toen ik na het telefoongesprek weer geland was. 

Eén ding moet ik hem nageven: de boodschap was héél duidelijk. Hij wou niets aan mij verkopen. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten