Wat daarvan overbleef: zeven man (er zit een Engelse verstekeling tussen die ons verleden helemaal niet deelt, maar zich via een van ons met succes heeft zitten inburgeren, dus we tellen hem mee). En wij zien elkaar ongestructureerd regelmatig. Eerst in die goede oude schuur, waar we als vanouds om de tafel schoven met glazen en kazen. En nu is het, als het zich voordoet, gewoon Ergens, en nemen we zelf van alles onder onze arm mee. Ook hebben we een virtuele hangout, op Facebook. Daar delen we de verbinding met heel veel historie. Van wie ons nu als uitsluitend brave zielen inschat - ja, dat komt voor - weten we in ieder geval: die heeft ons toen nooit meegemaakt.
Lang geleden, een vrijdagmiddag in de Bosschuur |
Vanmorgen kwamen we weer even samen op die plek. En op onze virtuele krukjes zaten we er verslagen bij. Al spraken deze collega en wij elkaar van niet veel tot helemaal niet meer, toch raakte het bericht ieder van ons. Om hemzelf. Om zijn vrouw. Om die dappere brief. En om de herinneringen aan een zeldzame tijd die uiteindelijk het fundament onder al onze gevoelens bij dit bericht is.
De een zei: ik ga hem toch nog een mail sturen. De ander had dat al gedaan. En ik zei: ik ga er iets over schrijven.
En daar zit ik.
Waar ga ik eigenlijk over schrijven? Wat is de boodschap? Misschien moet dit het wel zijn: dat het zo dierbaar is wat wij samen hebben. Om elkaar geven. Van elkaar willen weten. Met elkaar delen. Er voor elkaar zijn. Samen.
En dat we dat moeten koesteren. Omdat het nooit vanzelfsprekend is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten