Posts tonen met het label Winnie-the-Pooh. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Winnie-the-Pooh. Alle posts tonen

zaterdag 15 februari 2014

Stemmen en beren

Het Open Politiek Café. Winnie-the-Pooh. De oogst van een paar dagen bloggen. Dat deze onderwerpen ook samen kunnen vallen zag ik in een berichtje uit 2012 dat ik zojuist op internet tegenkwam. Initiatief van een Amerikaanse bibliotheek om kinderen vast een beetje kennis te laten maken met het fenomeen Verkiezingen. Best een leuk idee. Dat de partij van Winnie vervolgens gemeend heeft daar die nep-Pooh voor op te moeten voeren zie ik dan maar even door de vingers. Kinderen zullen de Pooh uit mijn jeugd waarschijnlijk als diep-prehistorisch ervaren.

Al heeft ook die ooit een stem ingestuurd. Getuige deze zeldzame (want niet uit het boek, maar een persoonlijk cadeau) tekening van E.H. Shepard, de tekenaar van Winnie-the-Pooh. Het verhaal: in 1954 besloten drie vrienden (een acteur, een bibliothecaris en een arts in opleiding) om Pooh-boeken te kopen en die weg te geven. 'To spread the word'. Ze schreven Shepard een brief om hem over het plan te vertellen. Shepard stuurde vervolgens deze tekening. Een 'vote of thank you'.

zondag 9 februari 2014

WOL

Uilen zijn ineens in! Ruim een jaar geleden tekende ik er eentje (met de muis), voor een geboortekaartje. Er is natuurlijk geen causaal verband, maar ineens zie ik ze overal. En er zitten zulke leuke tussen!

Naar aanleiding van mijn blog van gisteren moest ik ineens denken aan de Uil der Uilen. Niet die van de Fabeltjeskrant (al was ook ik ooit een kijkbuiskind) en niet die van Paulus de Boskabouter (al vond ik het als kind magisch dat hij dingen zei als 'hedendal nogal wel zo tamelijk'), nee, de Uil der Uilen is Owl uit Winnie-the-Pooh. Toen hij nog niet geannexeerd was door de Amerikanen. En Tijger nog 'Tigger' heette. En Piglet ervan overtuigd was dat het bord naast zijn huis, met de tekst 'Trespassers W', verwees naar zijn grootvader ('short for Trespassers Will, which was short for Trespassers William. And his grandfather had had two names in case he lost one - Trespassers after an uncle, and William after Trespassers').
Toen Pooh nog poëzie was, dus.

Owl was wijs. Hij kon zijn eigen naam schrijven: WOL.  En Tuesday ('so that you knew it wasn't Wednesday').
Hoeveel wijsheid kan een mens aan? 

Owl lived at The Chestnuts, and old-world residence of great charm, which was grander than anybody else's, or seemed so to Bear, because it had both a knocker and a bell-pull.  Underneath the knocker there was a notice which said:
 

PLES RING IF AN RNSER IS REQIRD.

Underneath the bell-pull there was a notice which said:

PLEZ CNOKE IF AN RNSR IS NOT REQID.
   

These notices had been written by Christopher Robin, who was the only
one in the forest who could spell; for Owl, wise though he was in many
ways, able to read and write and spell his own name WOL, yet somehow went
all to pieces over delicate words like MEASLES and BUTTEREDTOAST.

Winnie-the-Pooh read the two notices very carefully, first from left to
right, and afterwards, in case he had missed some of it, from right to
left. Then, to make quite sure, he knocked and pulled the knocker, and he
pulled and knocked the bell-rope, and he called out in a very loud voice,
"Owl! I require an answer! It's Bear speaking." And the door opened, and
Owl looked out.

"Hallo, Pooh," he said. "How's things?"

"Terrible and Sad," said Pooh, "because Eeyore, who is a friend of
mine, has lost his tail. And he's Moping about it. So could you very
kindly tell me how to find it for him?"

"Well," said Owl, "the customary procedure in such cases is as
follows."

"What does Crustimoney Proseedcake mean?" said Pooh. "For I am a Bear
of Very Little Brain, and long words Bother me."

"It means the Thing to Do."

"As long as it means that, I don't mind," said Pooh humbly.


Over deze zelfde WOL - en dan vooral: zijn schrijfkunst - schreef ik een klein stukje op mijn werksite.

zaterdag 8 februari 2014

Verzamelen!

Ik kan er niets aan doen: als ik door van die ongezellige graaiwinkels loop, scan ik minutieus kook-, bak- en schrijfgerei. In gedachten neem ik de helft mee naar huis, maar ik ben in de loop der jaren een deel van de bestaande collecties thuis juist gaan ontzamelen, dus dan moet er in principe niets meer bíj, in ieder geval niet in de keuken. Niet dat dat altijd lukt, zeker niet als een aanschaf een therapeutische werking heeft. Ik kan een hele dag gelukkig zijn met Kleine Siliconen Cakevormpjes van negenenzeventig cent. Overigens heb ik juist deze vandaag heel netjes teruggelegd. Ben er de halve winkel mee door geweest, sprak mezelf toen ernstig toe ('je hebt al zoiets, hop, terug ermee en snel een beetje!'), en ben daarna keurig teruggelopen naar de plaats delict.

De categorie Schrijfgedoe had toen ik klein was al mijn bijzondere aandacht. Toen de wereld nog niet dichtgetimmerd zat met K3, My Little Pony's en die lelijke Disney-versie van Pooh op alles wat los- en vastzit, maar er gewoon leuke, niet-voorgeprogrammeerde plaatjes waren, vroeg ik voor verjaardagen altijd postpapier, en stiften en pennen. Later: vulpennen. En zeventien kleuren inkt. Het allerlaatste velletje postpapier (of de laatste twee) hield ik altijd zelf. Op zolder liggen daarom nog wat relikwieën van die liefde. Die dus nooit helemaal is overgegaan.

 
 
Wie schrijft, die blijft.