zondag 25 oktober 2015

Nestel


Zo vanaf half oktober begint het. Er worden kaarsjes het huis in gehamsterd. De behoefte aan leeg en ruim maakt éven - gedeeltelijk dan hè, er zijn grenzen - plaats voor lampjehier- en kaarsjedaardrang.

Neus in najaarstaartenrecepten.
Oren naar warmehartenmuziek.
Hart richting nestelgedoe.

Het moment waarop de herfst, Sinterklaas en Kerst even samenvallen. Daarvóór zit het hoofd nog vol vallend blad. Vlak daarna komen de serieuzere speculaasgedachten. En onmiddellijk dáárna zijn die alweer hartstikke geweest en is de weg geplaveid met dennennaalden.

Maar nu heerst even die gewijde, die gekoesterde drie-eenheid. En met die zon die nu op mijn bureau schijnt erbij zeg ik: niks meer aan doen.

vrijdag 23 oktober 2015

Muiten

Mijn computer dreigt vol te raken. De om en nabij 160 GB die zich in twee keurige cohorten hebben verdeeld beginnen voorzichtig te muiten. Voed ons, voed ons! Maar dan ben ik dat ding een halve of een hele dag kwijt en dat kan nu even niet.

Ik moet denken aan een vorig leven. Toen computers nog monochroom waren. Zo veel MB groot en dat was bijna zorgwekkend astronomisch, daar kon je een half leven mee vooruit. En ze waren heel erg DOS. In een zwarte ruimte doemden letters op als je ergens op een knop drukte. Het was indrukwekkend dat je alleen maar hoefde te backspacen om tikfouten weg te halen. Dat was nog eens wat anders dan al die ingrepen die je daar voorheen voor moest plegen. Al verzonnen ze in de analoge wereld ook nog weleens een nieuwe wilde oplossing om al je stommiteiten zo niks-aan-de-hand mogelijk weg te werken, je bleef altijd zien dat je had zitten hannesen in een document. En dat had toch iets sneus.

Hoe het geheel er op het scherm uitzag was één ding. Wat daarna uit de printer rolde was van een geheel andere orde. Regels die op plekken stonden waar ze niet hadden te wezen. Woorden die van je papier af vielen. En dan was het een kwestie van virtueel jongleren: als ik nou hier wat weghaal en daar twee letters opschuif, dan valt dat plaatje nét rechtsbovenaan. Hoopte je, hoopte je. De bestanden sloeg je gewoon op tussen de programmabestanden. Het was één oranje vergaarbak van duizeldocumenten met buitenissige extensies en gooide je per ongeluk niet die ene brief maar iets vitaals weg, dan moest je op jacht naar je floppy's.

Maar ja, dat kon ik toen ook nog gewoon zelf. Mijn eerste eigen computer kon ik prima toedokteren als er wat mis ging. Ik leerde met commando's achter de dos-prompt te werken. Gooide zelf dingen weg. Schoonde zelf op. Tot alles het weer deed.

Nu staan de harde schijven vol magische tekens die via moeilijke bochten allemaal met elkaar te maken hebben. Ik durf niet meer klakkeloos mappen te verplaatsen. En weggooien doe ik pas als ik 84 uur lang, levend op water en brood, continu heb gecheckt of er geen aardverschuivingen optreden als ik het doe. Om mezelf daarna nog eens 24 uur streng te ondervragen of ik het heel, heel, heel, heel, heel zeker weet. En dan nóg moet ik er eerst een nachtje over slapen. En een weekje op retraite.

En nu die schijven zachtjes beginnen te mokken onder mijn bureau moet ik dus met kastje en al naar de computerdokter. En dat vind ik eigenlijk erg. Zij muiten, ik muiten. Want wie heeft hier verzonnen dat ik er niet meer zelf mee uit de voeten kan? Wat zullen we nu beleven zeg!

Op zo'n moment wil ik even mijn floppy's terug. Zelf deltree'en. En zelf xcopy'en.

Eigenlijk, ja eigenlijk verlang ik gewoon opnieuw even naar Jackie K.


maandag 12 oktober 2015

Mooi

Aan dit lied moest ik van de week denken.
Toen de herfstzon haar armen uitstrekte over mijn bureau.
De wind de was die aan de lijn hing opstuwde.
En de geur van het aanschuifelende najaar mij 's morgens wekte.

Want is ook dat niet om te janken zo mooi?

woensdag 7 oktober 2015

Pastei

Deze aria kwam ik toevallig vanmorgen tegen op YT. Het is soms als de woordenboeken waar ik vroeger veel met mijn neus in zat als ik zat te vertalen. Ik zocht één woord, vond daar een ander lemma dat ineens ook best leuk klonk en voor ik het wist zat ik 273 pagina's (ja, ik las heel erg dikke woordenboeken, ze staan als dierbare relikwieën in mijn kast) verder bij een heel andere tak van sport.

De aria komt uit Vivaldi's opera Bajazet, of eigenlijk is het een 'pasticcio'. Ja, dat betekent ook iets als 'pastei' en dat is niet toevallig, want een pasticcio is een opera die is samengesteld uit stukken uit bestaande opera's. Ook een soort pasteitje dus, maar dan als voedsel voor de oren. Deze muziek komt uit de opera La Merope van Geminiano Giacomelli. Het verhaal gaat dat Vivaldi in deze pasticcio zelf de aria's van de goeieriken voor zijn rekening nam en die van de slechteriken - en blijkbaar is hier een slechterik aan de zang - uit ander werk haalde. Wie de aria ooit voorbij heeft horen komen heeft daar tien tegen een de wereldberoemde mezzo Cecilia Bartoli gehoord. De cd waarop haar uitvoering staat brengt me ruim tien jaar terug, toen ik even gezanglest heb en deze cd altijd als belangrijk huiswerk bij me had. Als ik na een les of twee over één stuk de handen in de lucht gooide, uitroepend dat ik het wel nóóit zou leren, zei mijn zangjuf steevast: "Ja maar jij wilt altijd meteen een cd kunnen maken!"

Waar een muziekzoektochtje in een virtueel notenboek al niet toe kan leiden. In deze uitvoering gaan klassiek en jazz samen. Come to think of it: twee totaal verschillende werelden die elk hun eigen karakter behouden, maar elkaar aanvullen en aanvuren. In harmonie. Het kan. Mooi toch?