Matthäus-volgelingen (ik heb het over de Passion, niet over de voetballende natie). Je hebt ze in soorten en maten. Liefhebbers die Bach ademen. Maar ook gelegenheidsfans.
De keren dat ik last heb van 'orthodoxe' kuren vind ik het onbegrijpelijk dat er uitvoeringen zijn waarbij de menigte zich halverwege naar een tapperij begeeft om daar riant te gaan staan borrelen, om daarna weer met een devoot hoofd aan te horen hoe het richting het onvermijdelijke vonnis gaat. Houd me ten goede, ik ben zeer goed te parkeren op een plek waar het gezelschap leuk is en de wijn goed, ook in pauzes, maar hier begrijp ik er niets van. Bach bouwt, met of zonder religieuze gedachten, een prachtige spanningsboog op die, ook als je het verhaal niet volgt, tastbaar is in de muziek. Aan het eind van het eerste deel is Jezus verraden, de sopraan en de alt laten hun stemmen samensmelten in een meeslepende aria over verdriet om de arrestatie, er wordt en passant nog een oor afgehakt en het koor betreurt de zonden van de mens. En daar weeft Bach een ingenieus web van muziek omheen en onderdoor. De Matthäus is juist mede om die combinatie van alle factoren zo populair. En hedendaagselingen vinden daarom The Passion geweldig. Het lijdensverhaal in de jas van nu. Uiteenwaaierend in actuele 'aria´s' over verraad, oorlog en geweld. En over natieoverstijgend dan wel persoonlijk verdriet. Terwijl ergens in de stad een groot verlicht kruis door honderden mensen vooruit wordt gedragen.
Enfin.
Dat verhaal werd eeuwen geleden niet alleen door Matthäus - ik houd hier even zijn Duitse naam aan - opgetekend, maar bijvoorbeeld ook door Johannes. En ook daar liet Bach zijn muzikale en mathematische genie op los. En ook dat is prachtig. Neem
deze aria. Hier gedragen door de fluwelen handen van Philippe Herreweghe. En gezongen door bariton Sebastian Noack die ik verder eigenlijk helemaal niet zit te kennen, maar die dat wel heel mooi doet.