Sociale media hebben mooie eigenschappen. Ze brengen onbekenden bij elkaar. Vinden vergeten portemonneejen in treinen terug. En laten je weten waar je in Frutselhuizen het allerlekkerst eet.
Maar er zit ook een lelijke kant aan. Er hoeft maar íémand een beetje scheef te kijken op tv, of de sociale media storten een postzak vol ongenuanceerdheid over ons uit. Is het vergrijp iets erger, dan zijn doodsbedreigingen niet zeldzaam. Geen overdachte teksten waar journalistiek aan gewerkt is, hoor en wederhoor lezend en afwegend, verbanden zoekend en gravend in dossiers, nee, rauw opgehoeste gedachten. Primair. Ongenuanceerd. En losgezongen van beschaving. De koeriersdienst van de hashtag werkt met de snelheid van het licht.
Soms doven de berichten ook weer direct uit. Omdat er weer nieuwe hashtags wachten. Of omdat de verveling snel toeslaat. Maar soms blijven ze langer hangen. Zoals nu. Want nu is het 4 mei. En is er een hashtag die zich aan het zetten is. Want een groep jonge activisten vindt Dodenherdenking achterhaald. Omdat 'we' ondertussen het opkomende fascisme en de moslimhaat gewoon hun gang laten gaan. En dat vertellen ze, mét een hashtag, op sociale media. Al dan niet voorzien van een foto met een bordje op hun buik met dezelfde tekst, om de boodschap kracht bij te zetten.
Ik zie voor me dat sommige mensen daarover hebben nagedacht. En dan kun je het ermee eens of oneens zijn, maar dan heb je tenminste iets. Maar ik schrik, iedere keer weer, van die grote dikke onderbuik die zich laat zien als er ergens iets gebeurt of wordt gezegd.
Ik blijf vanavond twee minuten stil. Dat is, voor mij, een kwestie van respect. Voor de mensen om wie het gaat. En voor iedereen die ik daar in mijn hoofd zelf bij denk. En dat heeft niets te maken met wat ik vind van alle andere mensen en groepen.
Twee minuten stil. En ik vind dat eigenlijk ook wel mooi. Twee minuten stil kunnen zijn. Twee minuten de hashtag niet horen.